German-Dutch dictionary »

gerieben meaning in Dutch

GermanDutch
gerieben Adjektiv

doortraptbijvoeglijk naamwoord

gewiekstbijvoeglijk naamwoord

listigbijvoeglijk naamwoord

slimbijvoeglijk naamwoord

uitgeslapenbijvoeglijk naamwoord

reiben [rieb; hat gerieben] Verb

aanstrijkenv

uitwrijvenv

wrijvenv

abreiben [rieb ab; hat abgerieben] Verb

aanstrijkenv

uitwrijvenv

wrijvenv