English-Dutch dictionary »

vent meaning in Dutch

EnglishDutch
seventh heaven (state of great joy and satisfaction)
noun
[UK: ˈsevnθ ˈhev.n̩]
[US: ˈse.vənθ ˈhev.n̩]

zevende hemelsubstantief

seventies (the decade of the 1970s)
noun
[UK: ˈsevn.tɪz]
[US: ˈse.vən.tiz]

jaren 1970substantief
{n-Pl}

jaren 70substantief
{n-Pl}

jaren zeventigsubstantief
{n-Pl}

seventieth (ordinal form of the number seventy (70))
adjective
[UK: ˈsevn.tɪəθ]
[US: ˈse.vən.tiəθ]

zeventigstebijvoeglijk naamwoord

seventy (cardinal number)
numeral
[UK: ˈsevn.ti]
[US: ˈse.vən.ti]

zeventigtelwoord
{f}

seventy-first (ordinal number 71st)
adjective
[UK: ˈsevn.ti ˈfɜːst]
[US: ˈse.vən.ti ˈfɝːst]

eenenzeventigstebijvoeglijk naamwoord

seventy-five (75)
numeral
[UK: ˈsevn.ti faɪv]
[US: ˈse.vən.ti ˈfaɪv]

vijfenzeventigtelwoord

seventy-four (74)
numeral
[UK: ˈsevn.ti fɔː(r)]
[US: ˈse.vən.ti ˈfɔːr]

vierenzeventigtelwoord

seventy-nine (79)
numeral
[UK: ˈsevn.ti naɪn]
[US: ˈse.vən.ti ˈnaɪn]

negenenzeventigtelwoord

seventy-one (71)
numeral
[UK: ˈsevn.ti wʌn]
[US: ˈse.vən.ti wʌn]

eenenzeventigtelwoord

seventy-second (ordinal form of seventy-two)
adjective

tweeënzeventigstebijvoeglijk naamwoord

seventy-six (76)
numeral
[UK: ˈsevn.ti sɪks]
[US: ˈse.vən.ti ˈsɪks]

zesenzeventigtelwoord

seventy-three (73)
numeral
[UK: ˈsevn.ti θriː]
[US: ˈse.vən.ti ˈθriː]

drieënzeventigtelwoord

seventy-two (72)
numeral
[UK: ˈsevn.ti ˈtuː]
[US: ˈse.vən.ti ˈtuː]

tweeënzeventigtelwoord

solvent [solvents] (liquid that dissolves a solid, liquid, or gaseous solute)
noun
[UK: ˈsɒl.vənt]
[US: ˈsɑːl.vənt]

oplosmiddelsubstantief

Warsaw Convention (international treaty)
proper noun

Conventie van Warschaueigennam

123