English-Dutch dictionary »

uzbek meaning in Dutch

EnglishDutch
Uzbek (language)
proper noun
[UK: ˈuːz.bek]
[US: ˈuːz.bek]

Oezbeekseigennam
{n}

Uzbek (of, from, or pertaining to Uzbekistan, its people or language)
adjective
[UK: ˈuːz.bek]
[US: ˈuːz.bek]

Oezbeeksbijvoeglijk naamwoord

Uzbek [Uzbeks] (person)
noun
[UK: ˈuːz.bek]
[US: ˈuːz.bek]

Oezbeeksubstantief
{m}

Oezbeeksesubstantief
{f}

Uzbekistan (Republic of Uzbekistan)
proper noun
[UK: uːz.ˈbek.ə.ˌstæn]
[US: uːz.ˈbek.ə.ˌstæn]

Oezbekistaneigennam

Uzbekistani (A person from Uzbekistan)
noun

Oezbeeksubstantief
{m}

Oezbeeksesubstantief
{f}

Uzbekistani (of or pertaining to Uzbekistan)
adjective

Oezbeeksbijvoeglijk naamwoord

Republic of Uzbekistan (official name of Uzbekistan)
proper noun

Republiek Oezbekistaneigennam
{f}