English-Dutch dictionary »

tern meaning in Dutch

EnglishDutch
paternity leave (leave of absence from a job for a father to care of a baby)
noun
[UK: pə.ˈtɜː.nɪ.ti liːv]
[US: pə.ˈtɝː.nə.ti ˈliːv]

vaderschapsverlofsubstantief

paternoster (Lord's prayer)
noun
[UK: ˌpæ.tə.ˈnɒ.stə(r)]
[US: ˌpæ.tə.ˈnɒ.stər]

Onzevadersubstantief
{n}

pattern [patterns] (motif or decoration)
noun
[UK: ˈpæt.n̩]
[US: ˈpæ.tərn]

patroonsubstantief
{n}

pattern [patterns] (that from which a copy is made)
noun
[UK: ˈpæt.n̩]
[US: ˈpæ.tərn]

sjabloonsubstantief
{m} {f}

postern [posterns] (secondary gateway)
noun
[UK: ˈpɒ.stən]
[US: ˈpɒ.stən]

achterdeursubstantief

achterpoortsubstantief

zijdeursubstantief

zijingangsubstantief

postern (situated at the rear)
adjective
[UK: ˈpɒ.stən]
[US: ˈpɒ.stən]

achteraangelegenbijvoeglijk naamwoord

preternatural (beyond or different from what is natural or according to the regular course of things)
adjective
[UK: ˌpriː.tə.ˈnæt.ʃrəl]
[US: ˌpriː.tə.ˈnæt.ʃrəl]

uitzonderlijkbijvoeglijk naamwoord

preternatural (existing outside of the natural world)
adjective
[UK: ˌpriː.tə.ˈnæt.ʃrəl]
[US: ˌpriː.tə.ˈnæt.ʃrəl]

bovennatuurlijkbijvoeglijk naamwoord

buitennatuurlijkbijvoeglijk naamwoord

Quaternary (geological period)
proper noun
[UK: ˈkwɑː.tərˌ.ne.ri]
[US: ˈkwɑː.tər.ˌne.ri]

Kwartaireigennam
{n}

quaternion [quaternions] (a four-dimensional hypercomplex number)
noun
[UK: kwə.ˈtɜː.njən]
[US: kwə.ˈtɜːr.niːən]

quaternionsubstantief
{n}

Sandwich tern (species of tern, Thalasseus sandvicensis)
noun

grote sternsubstantief

southeastern adjective
[UK: saʊθ.ˈiː.stən]
[US: ˌsɑːw.ˈθiː.stərn]

zuidoostbijvoeglijk naamwoord

zuidoostelijkbijvoeglijk naamwoord

southwestern adjective
[UK: saʊθ.ˈwe.stən]
[US: ˌsɑːw.ˈθwe.stərn]

zuidwestelijkbijvoeglijk naamwoord

spaghetti western (western film produced in Europe by an Italian company)
noun

spaghettiwesternsubstantief
{m}

stern [sterner, sternest] (having a hardness and severity of nature or manner)
adjective
[UK: stɜːn]
[US: ˈstɝːn]

strengbijvoeglijk naamwoord

stern [sterns] (the rear part or after end of a ship or vessel)
noun
[UK: stɜːn]
[US: ˈstɝːn]

achterschipsubstantief
{n}

achterstevensubstantief
{m}

sternpost (timber or bar at the stern of a vessel)
noun
[UK: ˈstɜːnˌpost]
[US: ˈstɝːnˌpost]

achterstevensubstantief
{m}

Verner alternation (Alternation between consonants in the Germanic languages)
noun

grammatische wisselingsubstantief
{f}

western [westerns] (film or other dramatic work)
noun
[UK: ˈwe.stən]
[US: ˈwe.stərn]

; wildwestverhaalsubstantief
{n}

westernsubstantief
{m}; cowboyfilm {m}

wildwestfilmsubstantief
{m}

western (pertaining to the west)
adjective
[UK: ˈwe.stən]
[US: ˈwe.stərn]

westelijkbijvoeglijk naamwoord

westersbijvoeglijk naamwoord

Western Australia (state of Australia)
proper noun
[UK: ˈwe.stən ɒ.ˈstreɪ.liə]
[US: ˈwe.stərn ɒ.ˈstreɪ.ljə]

West-Australiëeigennam

western barn owl (Tyto alba furcata)
noun

kerkuilsubstantief

western black-eared wheatear (Oenanthe hispanica)
noun

westelijke blonde tapuitsubstantief
{m}

western capercaillie [western capercaillies] (Tetrao urogallus)
noun
[UK: ˈwe.stən]
[US: ˈwe.stərn]

auerhoensubstantief
{n}

berghoensubstantief
{n}

western cattle egret (Bubulcus ibis)
noun

koereigersubstantief

western diamondback rattlesnake [western diamondback rattlesnakes] (Crotalus atrox)
noun
[UK: ˈwe.stən]
[US: ˈwe.stərn]

Texaanse ratelslangsubstantief

Western Europe proper noun
[UK: ˈwe.stən ˈjʊə.rəp]
[US: ˈwe.stərn ˈjʊ.rəp]

West-Europaeigennam
{n}

Western European (Western European person)
noun

West-Europeaansubstantief
{m}

West-Europesesubstantief
{f}

Western European adjective

West-Europeesbijvoeglijk naamwoord

2345