popular meaning in Dutch

English	Dutch
popular (liked by many people) adjective [UK: ˈpɒ.pjʊ.lə(r)] [US: ˈpɑː.pjə.lər]	geliefdbijvoeglijk naamwoord gewildbijvoeglijk naamwoord in trekbijvoeglijk naamwoord populairbijvoeglijk naamwoord
popular (of or pertaining to the common people) adjective [UK: ˈpɒ.pjʊ.lə(r)] [US: ˈpɑː.pjə.lər]	volksbijvoeglijk naamwoord volks-bijvoeglijk naamwoord
popular science (interpretation of science) noun	populaire wetenschapsubstantief {f}
popular science (of, or having to do with popular science) noun	populairwetenschappelijksubstantief
popularity [popularities] (the quality or state of being popular) noun [UK: ˌpɒ.pjʊ.ˈlæ.rɪ.ti] [US: ˌpɑː.pjə.ˈle.rə.ti]	geliefdheidsubstantief {f} populariteitsubstantief {f}
unpopular (lacking popularity) adjective [UK: ʌn.ˈpɒ.pjʊ.lə(r)] [US: ˌən.ˈpɑː.pjə.lər]	impopulairbijvoeglijk naamwoord
unpopularity (property or degree of being unpopular) noun [UK: ˌʌn.pɒ.pjʊ.ˈlæ.rɪ.ti] [US: ən.ˌpɑː.pjə.ˈle.rə.ti]	impopulariteitsubstantief {f}

Your history