English-Dutch dictionary »

mud meaning in Dutch

EnglishDutch
mud (mixture of soil and water)
noun
[UK: mʌd]
[US: ˈməd]

moddersubstantief
{m}

slijksubstantief
{n}

smurriesubstantief
{n}

mud (to make muddy)
verb
[UK: mʌd]
[US: ˈməd]

beslijkenwerkwoord

besmeurenwerkwoord

verslijkenwerkwoord

mud fight (dirty verbal duel)
noun

moddergooiensubstantief
{n}

mud fight (physical fight in dirt)
noun

moddergevechtsubstantief
{n}

muddle [muddles] (a mixture; a confusion; a garble)
noun
[UK: ˈmʌd.l̩]
[US: ˈmʌd.l̩]

warboelsubstantief
{m}

wirwarsubstantief
{m}

muddle [muddled, muddling, muddles] (mix together, to mix up; to confuse)
verb
[UK: ˈmʌd.l̩]
[US: ˈmʌd.l̩]

door mekaar mengenwerkwoord

verwarrenwerkwoord

muddle-headed (thinking in a muddled way)
adjective
[UK: ˌmʌdl ˈhe.dɪd]
[US: ˌmʌdl ˈhe.dɪd]

in de warbijvoeglijk naamwoord

verwardbijvoeglijk naamwoord

warhoofdigbijvoeglijk naamwoord

muddled adjective
[UK: ˈmʌd.l̩d]
[US: ˈmʌd.l̩d]

troebelbijvoeglijk naamwoord

mudflap (A rectangular flap mounted near the wheel of a truck to prevent mud from being thrown up onto the vehicle)
noun

spatlapsubstantief
{m}

mudflat (flat expanse of mud, esp. tidal flat)
noun
[UK: ˈmʌd.flæt]
[US: ˈmʌd.flæt]

wadsubstantief
{n}

mudra (symbolic hand postures of India)
noun
[UK: ˈmə.drə]
[US: ˈmə.drə]

mudrasubstantief

mudslide (geological disaster in which a large amount of mud gathers and moves rapidly down a hill or slope)
noun
[UK: ˈməd.slaɪd]
[US: ˈməd.slaɪd]

aardverschuivingsubstantief
{f}

grondverschuivingsubstantief
{f}

modderstroomsubstantief
{f}

Bermuda (island group)
proper noun
[UK: bə.ˈmjuː.də]
[US: bər.ˈmjuː.də]

Bermudaeigennam

Bermuda shorts (a type of knee-high shorts)
noun

bermudashortsubstantief
{m}

Bermuda Triangle (area in the Atlantic Ocean)
proper noun
[UK: bə.ˈmjuː.də ˈtraɪæŋ.ɡl̩]
[US: bər.ˈmjuː.də ˈtraˌjæŋ.ɡl̩]

Bermuda Driehoekeigennam

Bermudian (of, from or pertaining to Bermuda)
adjective
[UK: bəˈmjuːdɪən]
[US: bəˈmjuːdɪən]

Bermudaansbijvoeglijk naamwoord

Bermudian [Bermudians] (person from Bermuda or of Bermudian descent)
noun
[UK: bəˈmjuːdɪən]
[US: bəˈmjuːdɪən]

Bermudaansubstantief
{m}

curmudgeon [curmudgeons] (an ill-tempered stubborn person)
noun
[UK: kɜː.ˈmʌ.dʒən]
[US: kər.ˈmə.dʒən]

iezegrimsubstantief
{m}

kankeraarsubstantief
{m}

grass mud horse (Mythical Baidu deity used for circumventing censorship)
noun

grasmodderpaardsubstantief
{n}

smudge [smudges] (a blemish; a smear)
noun
[UK: smʌdʒ]
[US: ˈsmədʒ]

kladsubstantief
{m}

smetsubstantief
{f}

vleksubstantief
{f}

Talmud (collection of Jewish writings)
proper noun
[UK: ˈtæl.mʊd]
[US: ˈtæl.məd]

Talmoedeigennam
{m}