metric meaning in Dutch

English	Dutch
metric (relating to metric system) adjective [UK: ˈme.trɪk] [US: ˈme.trɪk]	metriekbijvoeglijk naamwoord
metric space (space (mathematics)) noun	metrische ruimtesubstantief {f}
metric ton (unit of mass equal to 1000 kilograms) noun [UK: ˈme.trɪk tʌn] [US: ˈme.trɪk ˈtən]	tonsubstantief {m}
metrical foot (basic unit of verse) noun	versvoetsubstantief {m}
anthropometric (of or relating to anthropometry) adjective [UK: ˌæn.θrəʊ.ˈpɒ.mə.trik] [US: ˌænθro.ʊ.ˈpɒ.mə.trik]	antropometrischbijvoeglijk naamwoord
asymmetric (not symmetric) adjective [UK: ˌeɪ.sɪ.ˈme.trɪk] [US: ˌeɪ.sɪ.ˈme.trɪk]	asymmetrischbijvoeglijk naamwoord
asymmetrical (not symmetrical) adjective [UK: ˌeɪ.sɪ.ˈme.trɪk.l̩] [US: ˌe.sə.ˈme.trɪk.l̩]	asymmetrischbijvoeglijk naamwoord
bibliometric (of or pertaining to bibliometrics) adjective	bibliometrischbijvoeglijk naamwoord
bibliometrics (analysis of texts) noun	bibliometriesubstantief {f}
biometric (of, pertaining to, or using biometrics) adjective [UK: ˌbaɪəʊ.ˈme.trɪk] [US: ˌbaɪo.ʊ.ˈme.trɪk]	biometrischbijvoeglijk naamwoord
econometrics (branch of economics) noun [UK: ɪˌk.ɑː.nə.ˈme.trɪks] [US: ɪˌk.ɑː.nə.ˈme.trɪks]	econometriesubstantief {f}
hypergeometric distribution (probability distribution) noun	hypergeometrische verdelingsubstantief {f}

Your history