English | Dutch |
---|---|
feasible (that can be done in practice) adjective [UK: ˈfiː.zəb.l̩] [US: ˈfiː.zəb.l̩] | doenlijkbijvoeglijk naamwoord haalbaarbijvoeglijk naamwoord mogelijkbijvoeglijk naamwoord |
defeasible (capable of being defeated, invalidated, …) adjective [UK: dɪ.ˈfiː.zəbl] [US: dɪ.ˈfiː.zə.bəl] | annulleerbaarbijvoeglijk naamwoord breekbaarbijvoeglijk naamwoord overwinnelijkbijvoeglijk naamwoord |