ethnic meaning in Dutch

English	Dutch
ethnic (belonging to a foreign culture) adjective [UK: ˈeθ.nɪk] [US: ˈeθ.nɪk]	exotischbijvoeglijk naamwoord vreemdbijvoeglijk naamwoord
ethnic (ethnic minority) noun [UK: ˈeθ.nɪk] [US: ˈeθ.nɪk]	minderheidsubstantief
ethnic (ethnic person, notably when foreigner or immigrant) noun [UK: ˈeθ.nɪk] [US: ˈeθ.nɪk]	vreemdelingsubstantief {m}
ethnic (of or relating to a group of people) adjective [UK: ˈeθ.nɪk] [US: ˈeθ.nɪk]	etnischbijvoeglijk naamwoord
ethnic cleansing noun [UK: ˈeθ.nɪk ˈklenz.ɪŋ] [US: ˈeθ.nɪk ˈklenz.ɪŋ]	etnische zuiveringsubstantief {f}

Your history