English-Dutch dictionary »

embed meaning in Dutch

EnglishDutch
embed [embedded, embedding, embeds] (lay as in a bed; lay in surrounding matter)
verb
[UK: ɪm.ˈbed]
[US: em.ˈbed]

inbeddenwerkwoord

vastleggenwerkwoord

embed [embedded, embedding, embeds] (mathematics; embed in)
verb
[UK: ɪm.ˈbed]
[US: em.ˈbed]

inbedden inwerkwoord

embedded (part of; firmly, or securely surrounded; lodged solidly into)
adjective
[UK: ɪm.ˈbe.dɪd]
[US: em.ˈbe.dəd]

ingebedbijvoeglijk naamwoord

embedded (partially buried in concrete or planted in earth)
adjective
[UK: ɪm.ˈbe.dɪd]
[US: em.ˈbe.dəd]

vastgebetonneerdbijvoeglijk naamwoord

verankerdbijvoeglijk naamwoord