English-Dutch dictionary »

disagree meaning in Dutch

EnglishDutch
disagree [disagreed, disagreeing, disagrees] (to fail to agree)
verb
[UK: ˌdɪ.sə.ˈɡriː]
[US: ˌdɪ.sə.ˈɡriː]

het niet eens zijnwerkwoord

het oneens zijnwerkwoord

disagree [disagreed, disagreeing, disagrees] (to fail to conform or correspond with)
verb
[UK: ˌdɪ.sə.ˈɡriː]
[US: ˌdɪ.sə.ˈɡriː]

niet overeenkomenwerkwoord

niet overeenstemmenwerkwoord

disagreeable (not agreeable, unsuitable)
adjective
[UK: ˌdɪ.sə.ˈɡriːəb.l̩]
[US: ˌdɪ.sə.ˈɡriːəb.l̩]

onaangenaambijvoeglijk naamwoord

disagreement [disagreements] (a condition of not agreeing or concurring)
noun
[UK: ˌdɪ.sə.ˈɡriː.mənt]
[US: ˌdɪ.sə.ˈɡriː.mənt]

niet in overeenstemmingsubstantief

disagreement [disagreements] (an argument or debate)
noun
[UK: ˌdɪ.sə.ˈɡriː.mənt]
[US: ˌdɪ.sə.ˈɡriː.mənt]

meningsverschilsubstantief

verschil van meningsubstantief

agree to disagree (tolerate one another's opinion and stop arguing)
verb

agree to disagreewerkwoord