English-Dutch dictionary »

austria meaning in Dutch

EnglishDutch
Austria (country in Central Europe)
proper noun
[UK: ˈɒ.striə]
[US: ˈɒ.striə]

Oostenrijkeigennam
{n}

Austrian (Austrian person)
noun
[UK: ˈɒ.striən]
[US: ˈɒ.striən]

Oostenrijkersubstantief
{m}

Oostenrijksesubstantief
{f}

Austrian (related to Austria)
adjective
[UK: ˈɒ.striən]
[US: ˈɒ.striən]

Oostenrijksbijvoeglijk naamwoord

Austrian Netherlands proper noun

Oostenrijkse Nederlandeneigennam

Lower Austria (the northeasternmost state of Austria)
proper noun

Neder-Oostenrijkeigennam
{n}

Republic of Austria (official name of Austria)
proper noun
[UK: rɪ.ˈpʌ.blɪk əv ˈɒ.striə]
[US: ri.ˈpʌ.blək əv ˈɒ.striə]

Republiek Oostenrijkeigennam
{f}

Upper Austria (state of Austria)
proper noun

Opper-Oostenrijkeigennam
{n}