English-Dutch dictionary »

alsatian meaning in Dutch

EnglishDutch
Alsatian (language of Alsace)
proper noun
[UK: æl.ˈseɪʃ.n̩]
[US: æl.ˈseɪʃ.n̩]

Elzassischeigennam
{n}

Alsatian (of or relating to Alsace)
adjective
[UK: æl.ˈseɪʃ.n̩]
[US: æl.ˈseɪʃ.n̩]

Elzasserbijvoeglijk naamwoord

Elzassischbijvoeglijk naamwoord

Alsatian [Alsatians] (person from Alsace)
noun
[UK: æl.ˈseɪʃ.n̩]
[US: æl.ˈseɪʃ.n̩]

Elzassersubstantief
{m}

Elzasserinsubstantief
{f}