English-Dutch dictionary »

abandoned meaning in Dutch

EnglishDutch
abandoned (free from constraint, uninhibited)
adjective
[UK: ə.ˈbæn.dənd]
[US: ə.ˈbæn.dənd]

ongeremdbijvoeglijk naamwoord

abandoned (geology: no longer being acted upon by the geologic forces that formed it)
adjective
[UK: ə.ˈbæn.dənd]
[US: ə.ˈbæn.dənd]

geologisch stabielbijvoeglijk naamwoord

abandoned (no longer maintained, forsaken, deserted)
adjective
[UK: ə.ˈbæn.dənd]
[US: ə.ˈbæn.dənd]

in de steek gelatenbijvoeglijk naamwoord

verlatenbijvoeglijk naamwoord

abandoned (wicked, self-abandoned, given to sin)
adjective
[UK: ə.ˈbæn.dənd]
[US: ə.ˈbæn.dənd]

liederlijkbijvoeglijk naamwoord

schaamteloosbijvoeglijk naamwoord

verdorvenbijvoeglijk naamwoord

abandon [abandoned, abandoning, abandons] (to cast out, expel, reject)
verb
[UK: ə.ˈbæn.dən]
[US: ə.ˈbæn.dən]

afwijzenwerkwoord

verbannenwerkwoord

verwerpenwerkwoord

abandon [abandoned, abandoning, abandons] (to give up control of, surrender)
verb
[UK: ə.ˈbæn.dən]
[US: ə.ˈbæn.dən]

opgevenwerkwoord

prijsgevenwerkwoord

abandon [abandoned, abandoning, abandons] (to leave behind or desert; to forsake)
verb
[UK: ə.ˈbæn.dən]
[US: ə.ˈbæn.dən]

achterlatenwerkwoord

begevenwerkwoord

in de steek laten; verzakenwerkwoord

verlatenwerkwoord

abandon [abandoned, abandoning, abandons] (to no longer exercise a right, relinquish a claim to property)
verb
[UK: ə.ˈbæn.dən]
[US: ə.ˈbæn.dən]

afstand doenwerkwoord

afzienwerkwoord

terugnemenwerkwoord