Engels-Nederlands woordenboek »

west betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
Western Australia (state of Australia)
proper noun
[UK: ˈwe.stən ɒ.ˈstreɪ.liə]
[US: ˈwe.stərn ɒ.ˈstreɪ.ljə]

West-Australiëeigennam

western barn owl (Tyto alba furcata)
noun

kerkuilsubstantief

western black-eared wheatear (Oenanthe hispanica)
noun

westelijke blonde tapuitsubstantief
{m}

western capercaillie [western capercaillies] (Tetrao urogallus)
noun
[UK: ˈwe.stən]
[US: ˈwe.stərn]

auerhoensubstantief
{n}

berghoensubstantief
{n}

western cattle egret (Bubulcus ibis)
noun

koereigersubstantief

western diamondback rattlesnake [western diamondback rattlesnakes] (Crotalus atrox)
noun
[UK: ˈwe.stən]
[US: ˈwe.stərn]

Texaanse ratelslangsubstantief

Western Europe proper noun
[UK: ˈwe.stən ˈjʊə.rəp]
[US: ˈwe.stərn ˈjʊ.rəp]

West-Europaeigennam
{n}

Western European (Western European person)
noun

West-Europeaansubstantief
{m}

West-Europesesubstantief
{f}

Western European adjective

West-Europeesbijvoeglijk naamwoord

western marsh harrier (Circus aeruginosus)
noun

bruine kiekendiefsubstantief
{m}

Western Sahara (a territory in northern Africa)
proper noun
[UK: ˈwe.stən sə.ˈhe.rə]
[US: ˈwe.stərn sə.ˈhe.rə]

Westelijke Saharaeigennam
{f}

Western Samoa (the former name of Samoa)
proper noun

West-Samoaeigennam

western sandpiper (Calidris mauri)
noun

alaskastrandlopersubstantief
{m}

Western Wall (ancient wall in Jerusalem, remnant of the Jewish Second Temple)
proper noun

Klaagmuureigennam
{m}

Westelijke muureigennam
{m}

Westmuureigennam
{m}

westerner [westerners] (inhabitant of Europe and the Americas)
noun
[UK: ˈwe.stə.nə(r)]
[US: ˈwe.stər.nər]

westerlingsubstantief
{m}

westernization (assimilation of the western culture)
noun
[UK: ˌwe.stə.naɪ.ˈzeɪʃ.n̩]
[US: ˌwe.stər.nə.ˈzeɪʃ.n̩]

verwesterlijkingsubstantief
{f}

verwestersingsubstantief
{f}

westernmost (farthest west)
adjective
[UK: ˈwe.stən.məʊst]
[US: ˈwe.stənmoʊst]

westelijkstbijvoeglijk naamwoord

Westman Islands (archipelago off the south coast of Iceland)
proper noun

Westmaneilandeneigennam
{Pl}

Westminster Abbey (large Gothic church)
proper noun

Westminster Abbeyeigennam

Westminster Cathedral (chuerch)
proper noun

Kathedraal van Westminstereigennam
{f}

Westphalian (group of dialects spoken in Westphalia)
noun

Westfaalssubstantief
{n}

westside (western side)
noun
[UK: ˈwest.ˈsaɪd]
[US: ˈwest.ˈsaɪd]

westerzijdesubstantief

westkantsubstantief

westzijdesubstantief

westward (towards the west)
adverb
[UK: ˈwes.twəd]
[US: ˈwes.twərd]

westwaartsbijwoord

westwards (towards the west)
adverb
[UK: ˈwes.twədz]
[US: ˈwes.twərdz]

westwaartsbijwoord

hollow [hollower, hollowest] (having an empty space inside)
adjective
[UK: ˈhɒ.ləʊ]
[US: ˈhɑːlo.ʊ]

holbijvoeglijk naamwoord

hollow [hollower, hollowest] (without substance)
adjective
[UK: ˈhɒ.ləʊ]
[US: ˈhɑːlo.ʊ]

leegbijvoeglijk naamwoord

low [lower, lowest] (in a position comparatively close to the ground)
adjective
[UK: ləʊ]
[US: ˈloʊ]

laagbijvoeglijk naamwoord

lagebijvoeglijk naamwoord

low [lower, lowest] (of pitch)
adjective
[UK: ləʊ]
[US: ˈloʊ]

diepbijvoeglijk naamwoord

Mecklenburg-Western Pomerania (one of the component states of Germany)
proper noun
[UK: ˈme.klən.bərɡ ˈwe.stən ˌpɑː.mə.ˈreɪ.niə]
[US: ˈme.klən.bərɡ ˈwe.stərn ˌpɑː.mə.ˈreɪ.niə]

Mecklenburg-Voor-Pommereneigennam

narrow [narrower, narrowest] (having small width)
adjective
[UK: ˈnæ.rəʊ]
[US: ˈnero.ʊ]

nauwbijvoeglijk naamwoord

smalbijvoeglijk naamwoord

new [newer, newest] (of recent origin)
adjective
[UK: njuː]
[US: nuː]

versbijvoeglijk naamwoord

123