Engels-Nederlands woordenboek »

west betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
new [newer, newest] (recently made or created)
adjective
[UK: njuː]
[US: nuː]

jongbijvoeglijk naamwoord

nieuwbijvoeglijk naamwoord

new [newer, newest] (refreshed, reinvigorated)
adjective
[UK: njuː]
[US: nuː]

anderbijvoeglijk naamwoord

North Rhine-Westphalia (state)
proper noun
[UK: nɔːθ raɪn ˈwest.ˌfe.liə]
[US: ˈnɔːrθ ˈraɪn ˈwest.ˌfe.liə]

Noord-Rijnland-Westfaleneigennam

Noordrijn-Westfaleneigennam

northwest (compass point)
noun
[UK: nɔːθ.ˈwest]
[US: ˌnɔːr.ˈθwest]

noordwestensubstantief
{n}

Northwest Germanic adjective

Noordwest-Germaansbijvoeglijk naamwoord

Northwest Passage (Sea route connecting the Atlantic and the Pacific Ocean)
proper noun
[UK: nɔːθ.ˈwest ˈpæ.sɪdʒ]
[US: ˌnɔːr.ˈθwest ˈpæ.sədʒ]

Noordwestelijke Doorvaarteigennam
{f}

Northwest Territories (Territory in northern Canada)
proper noun
[UK: nɔːθ.ˈwest ˈte.rɪt.r̩iz]
[US: ˌnɔːr.ˈθwest ˈte.rə.ˌtɔː.riz]

Noordwest Territoriaeigennam
{n-Pl}

northwestward adverb
[UK: ˈnɔːθ.ˈwes.twəd]
[US: ˈnɔːθ.ˈwes.twəd]

noordwestbijwoord

Old West (western part of the United States)
proper noun

Oude Westeneigennam
{n}

Wilde Westeneigennam
{n}

Palace of Westminster (building in London housing the House of Commons and House of Lords)
proper noun
[UK: ˈpæ.lɪs əv ˈwest.mɪn.stə(r)]
[US: ˈpæ.ləs əv ˌwest.ˈmɪn.stər]

Palace of Westminstereigennam

shallow [shallower, shallowest] (concerned mainly with superficial matters)
adjective
[UK: ˈʃæ.ləʊ]
[US: ˈʃælo.ʊ]

oppervlakkigbijvoeglijk naamwoord

shallow [shallower, shallowest] (having little depth and significantly less deep than wide)
adjective
[UK: ˈʃæ.ləʊ]
[US: ˈʃælo.ʊ]

laagbijvoeglijk naamwoord

ondiepbijvoeglijk naamwoord

slow [slower, slowest] (not quick in motion)
adjective
[UK: sləʊ]
[US: sˈloʊ]

langzaambijvoeglijk naamwoord

sloombijvoeglijk naamwoord

traagbijvoeglijk naamwoord

slow [slower, slowest] (of reduced intellectual capacity)
adjective
[UK: sləʊ]
[US: sˈloʊ]

langzamebijvoeglijk naamwoord

slomebijvoeglijk naamwoord

South West Africa (former province of South Africa)
proper noun

Zuidwest-Afrikaeigennam
{n}

southwest (compass point)
noun
[UK: saʊθ.ˈwest]
[US: ˌsɑːw.ˈθwest]

zuidwestensubstantief
{n}

southwester (waterproof hat)
noun
[UK: saʊθ.ˈwe.stə(r)]
[US: saʊθ.ˈwe.stər]

zuidwestersubstantief
{m}

southwesterly (from the southwest)
adverb
[UK: saʊθ.ˈwe.stə.li]
[US: saʊθ.ˈwe.stə.li]

zuidwestelijkbijwoord

southwesterly (situated in or pointing to the southwest)
adjective
[UK: saʊθ.ˈwe.stə.li]
[US: saʊθ.ˈwe.stə.li]

zuidwestelijkbijvoeglijk naamwoord

southwestern adjective
[UK: saʊθ.ˈwe.stən]
[US: ˌsɑːw.ˈθwe.stərn]

zuidwestelijkbijvoeglijk naamwoord

southwestward (towards the southwest)
adverb
[UK: saʊθ ˈwes.twəd]
[US: ˈsaʊθ ˈwes.twərd]

zuidwestbijwoord

spaghetti western (western film produced in Europe by an Italian company)
noun

spaghettiwesternsubstantief
{m}

Wild West (western United States during the 19th-century era of settlement)
proper noun
[UK: waɪld west]
[US: ˈwaɪld ˈwest]

Wilde Westeneigennam
{n}

123

Zoek geschiedenis