Engels-Nederlands woordenboek »

one betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
abandon [abandoned, abandoning, abandons] (to give up control of, surrender)
verb
[UK: ə.ˈbæn.dən]
[US: ə.ˈbæn.dən]

prijsgevenwerkwoord

abandon [abandoned, abandoning, abandons] (to leave behind or desert; to forsake)
verb
[UK: ə.ˈbæn.dən]
[US: ə.ˈbæn.dən]

achterlatenwerkwoord

begevenwerkwoord

in de steek laten; verzakenwerkwoord

verlatenwerkwoord

abandon [abandoned, abandoning, abandons] (to no longer exercise a right, relinquish a claim to property)
verb
[UK: ə.ˈbæn.dən]
[US: ə.ˈbæn.dən]

afstand doenwerkwoord

afzienwerkwoord

terugnemenwerkwoord

abandonee noun
[UK: ə.ˌbæn.də.ˈniː]
[US: ə.ˌbæn.dʌ.ˈniː]

cessionarissubstantief

above-mentioned (mentioned or named before; aforesaid)
adjective
[UK: ə.ˌbʌv.ˈmenʃ.n̩d]
[US: ə.ˌbʌv.ˈmenʃ.n̩d]

bovenvermeldbijvoeglijk naamwoord

above one's paygrade (not suitable for one's rank)
preposition

boven zijn niveaupreposition

acetone [acetones] (the organic compound (CH3)2CO)
noun
[UK: ˈæ.sə.təʊn]
[US: ˈæ.səˌtoʊn]

acetonsubstantief
{m} {n}

adder stone (stone with a naturally formed hole)
noun

heksensteensubstantief
{m}

aerophone (musical instrument)
noun
[UK: ˈeə.rə.fəʊn]
[US: ˈe.rəˌfoʊn]

aerofoonsubstantief
{m}

aforementioned (one or ones mentioned previously)
noun
[UK: ə.ˌfɔː.ˈmen.ʃənd]
[US: ə.ˈfɔːr.ˌmen.ʃənd]

eerder vernoemdesubstantief

voornoemdesubstantief

aforementioned (previously mentioned)
adjective
[UK: ə.ˌfɔː.ˈmen.ʃənd]
[US: ə.ˈfɔːr.ˌmen.ʃənd]

voorgenoemdebijvoeglijk naamwoord

ahead of one's time (in advance of commonly accepted ideas)
preposition
[UK: ə.ˈhed əv wʌnz ˈtaɪm]
[US: ə.ˈhed əv wʌnz ˈtaɪm]

zijn tijd ver vooruitpreposition

zijn tijd vooruitpreposition

air-conditioned (equipped with air-conditioning)
adjective
[UK: ˈeək.ən.ˌdɪʃ.n̩d]
[US: ˈeək.ən.ˌdɪʃ.n̩d]

airconditionedbijvoeglijk naamwoord

geklimatiseerdbijvoeglijk naamwoord

air conditioner [air conditioners] (a machine that is used to control temperature and humidity in an enclosed space)
noun
[UK: eə(r) kən.ˈdɪ.ʃə.nə(r)]
[US: ˈer kən.ˈdɪ.ʃə.nər]

airconditionersubstantief
{m}

klimaatregelaarsubstantief
{m}

air one's dirty laundry in public verb

de vuile was buiten hangenwerkwoord

allophone [allophones] (alternative pronunciation for a phoneme)
noun
[UK: ˈæ.lə.fəʊn]
[US: ˈæ.ləˌfoʊn]

allofoonsubstantief

foonvariantsubstantief

stemvariantsubstantief

almoner (person who distributes alms)
noun
[UK: ˈɑː.mə.nə(r)]
[US: ˈɑː.mə.nər]

aalmoezeniersubstantief
{m}

alone (by oneself)
adverb
[UK: ə.ˈləʊn]
[US: əˈloʊn]

alleenbijwoord

alto saxophone (saxophone smaller than tenor)
noun

altsaxofoonsubstantief
{m}

Ambonese Malay (the language)
proper noun

Amboneeseigennam
{n}

Ambonees Maleiseigennam
{n}

anemone [anemones] (any plant of genus Anemone)
noun
[UK: ə.ˈne.mə.ni]
[US: ˈæ.nəˌmoʊn]

anemoonsubstantief

Anglophone (English-speaking)
adjective
[UK: ˈæŋ.ɡlə.fəʊn]
[US: ˈæŋ.ɡləfoʊn]

Engelssprekendebijvoeglijk naamwoord

Engelstaligbijvoeglijk naamwoord

Anglophone (one who speaks English)
noun
[UK: ˈæŋ.ɡlə.fəʊn]
[US: ˈæŋ.ɡləfoʊn]

Engelssprekendesubstantief
{m} {f}

anklebone [anklebones] (bone of the ankle)
noun
[UK: ˈæŋk.əl.ˌbəʊn]
[US: ˈæŋk.əlˌboʊn]

sprongbeensubstantief
{?}

anticyclone [anticyclones] (system of winds)
noun
[UK: ˌæn.ti.ˈsaɪ.kləʊn]
[US: ˌæn.ti.ˈsaɪkloʊn]

hogedrukgebiedsubstantief

ants in one's pants (agitated and fidgety state)
noun

hebben de kriebel in zijn gatsubstantief

anyone (anybody)
pronoun
[UK: ˈe.ni.wʌn]
[US: ˈe.ni.wʌn]

iemandpronoun

1234

Zoek geschiedenis