Engels-Nederlands woordenboek »

nam betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
cinnamon stick (thin piece of cinnamon bark curled up into a tube)
noun

kaneelstoksubstantief
{m}

clear someone's name (prove someone's innocence)
verb

iemands naam zuiverenwerkwoord

code name (name used to clandestinely identify something)
noun
[UK: kəʊd ˈneɪm]
[US: koʊd ˈneɪm]

codenaamsubstantief

domain name (unique name)
noun

domeinsubstantief
{n}

domeinnaamsubstantief
{m}

dynamic (a behavior)
noun
[UK: daɪ.ˈnæ.mɪk]
[US: daɪ.ˈnæ.mɪk]

dynamieksubstantief
{m}

dynamic (able to change)
adjective
[UK: daɪ.ˈnæ.mɪk]
[US: daɪ.ˈnæ.mɪk]

dynamischebijvoeglijk naamwoord

dynamic (not steady; in motion)
adjective
[UK: daɪ.ˈnæ.mɪk]
[US: daɪ.ˈnæ.mɪk]

dynamischbijvoeglijk naamwoord

veranderlijkbijvoeglijk naamwoord

dynamic memory (computer memory)
noun

dynamisch geheugensubstantief
{n}

dynamic system (system)
noun

dynamisch systeemsubstantief

dynamics [dynamics] (branch of mechanics)
noun
[UK: daɪ.ˈnæ.mɪks]
[US: daɪ.ˈnæ.mɪks]

dynamicasubstantief
{f}

stromingsleersubstantief
{f}

dynamite (class of explosives)
noun
[UK: ˈdaɪ.nə.maɪt]
[US: ˈdaɪ.nə.ˌmaɪt]

dynamietsubstantief
{n}

dynamite (to blow up with dynamite or other high explosive)
verb
[UK: ˈdaɪ.nə.maɪt]
[US: ˈdaɪ.nə.ˌmaɪt]

dynamiterenwerkwoord

dynamo [dynamos] (dynamo-electric machine)
noun
[UK: ˈdaɪ.nə.məʊ]
[US: ˈdaɪ.nəˌmo.ʊ]

dynamosubstantief

dynamometer [dynamometers] (device used to measure mechanical power)
noun
[UK: ˌdaɪ.nə.ˈmɒ.mɪ.tə]
[US: ˌdaɪ.nə.ˈmɑː.mɪ.tər]

rollerbanksubstantief

enamored (in love, amorous)
adjective
[UK: e.ˈnæ.mərd]
[US: e.ˈnæ.mərd]

verliefdbijvoeglijk naamwoord

Feast of the Holy Name of Jesus (a celebration of the circumcision of Jesus)
noun

Zoete Naam Jezussubstantief
{m}

first name [first names] (name chosen by parents)
noun
[UK: ˈfɜːst ˈneɪm]
[US: ˈfɝːst ˈneɪm]

voornaam [voornamen]substantief
{m}

forename [forenames] (name that precedes the surname)
noun
[UK: ˈfɔː.neɪm]
[US: ˈfɔːr.neɪm]

voornaam [voornamen]substantief
{m}

girl's name (given name for a girl)
noun
[UK: ɡɜːlz ˈneɪm]
[US: ˈɡɝːlz ˈneɪm]

meisjesnaamsubstantief

given name (name chosen for a child by its parents)
noun
[UK: ɡɪv.n̩ ˈneɪm]
[US: ˈɡɪv.n̩ ˈneɪm]

roepnaamsubstantief
{m}

voornaam [voornamen]substantief
{m}

hemodynamics (circulation of blood)
noun
[UK: ˌhemo.daɪ.ˈnæ.mɪks]
[US: ˌhemo.daɪ.ˈnæ.mɪks]

hemodynamieksubstantief

hydrodynamic (of or relating to the science of hydrodynamics)
adjective
[UK: hˌaɪdrədaɪnˈamɪk]
[US: hˌaɪdrədaɪnˈæmɪk]

hydrodynamischbijvoeglijk naamwoord

hydrodynamics [hydrodynamics] (study of fluids in motion)
noun
[UK: ˈhaɪ.drəʊ.daɪ.ˈnæ.mɪks]
[US: ˌhaɪdro.ʊ.daɪ.ˈnæ.mɪks]

hydrodynamicasubstantief

waterstromingsleersubstantief
{f}

in heaven's name (intensifier)
preposition

in de naam van de hemelpreposition

in the name of (by the authority of)
preposition
[UK: ɪn ðə ˈneɪm əv]
[US: ɪn ðə ˈneɪm əv]

namenspreposition

in the name of (under the name of)
preposition
[UK: ɪn ðə ˈneɪm əv]
[US: ɪn ðə ˈneɪm əv]

onder de naam vanpreposition

in the name of (with appeal to)
preposition
[UK: ɪn ðə ˈneɪm əv]
[US: ɪn ðə ˈneɪm əv]

in de naam vanpreposition

maiden name [maiden names] (married person's original last name)
noun
[UK: ˈmeɪd.n̩ ˈneɪm]
[US: ˈmeɪd.n̩ ˈneɪm]

meisjesnaamsubstantief
{m}

make a name for oneself (to gain fame)
verb
[UK: ˈmeɪk ə ˈneɪm fɔː(r) wʌn.ˈself]
[US: ˈmeɪk ə ˈneɪm ˈfɔːr wʌn.ˈself]

naam makenwerkwoord

Manama (the capital city of Bahrain)
proper noun
[UK: ˈmæ.nə.mə]
[US: ˈmæ.nə.mə]

Manamaeigennam
{n}

my name is (a way to identify oneself)
phrase
[UK: maɪ ˈneɪm ɪz]
[US: ˈmaɪ ˈneɪm ˈɪz]

ik heet...phrase

mijn naam is...phrase

nickname [nicknames] (familiar, invented given name)
noun
[UK: ˈnɪk.neɪm]
[US: ˈnɪk.ˌnem]

bijnaamsubstantief
{m}

nickname [nicknamed, nicknaming, nicknames] (to give a nickname to)
verb
[UK: ˈnɪk.neɪm]
[US: ˈnɪk.ˌnem]

bijnamenwerkwoord

ornament [ornamented, ornamenting, ornaments] (to decorate)
verb
[UK: ˈɔː.nə.ment]
[US: ˈɔːr.nə.mənt]

decorerenwerkwoord

123