Engels-Nederlands woordenboek »

mine betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
mine [mines] (excavation from which ore is extracted)
noun
[UK: maɪn]
[US: ˈmaɪn]

groevesubstantief
{f}

mijnsubstantief
{f}

mine (that which belongs to me)
pronoun
[UK: maɪn]
[US: ˈmaɪn]

de mijnepronoun

het mijnepronoun

mine [mined, mining, mines] (to remove ore from the ground)
verb
[UK: maɪn]
[US: ˈmaɪn]

ontginnenwerkwoord

mine [mined, mining, mines] (to sow mines in)
verb
[UK: maɪn]
[US: ˈmaɪn]

mijnen leggenwerkwoord

mine-clearing noun
[UK: ˈmaɪn.ˌklɪə.rɪŋ]
[US: ˈmaɪn.ˌklɪə.rɪŋ]

ontmijningsubstantief
{f}

Minecraft (the game Minecraft)
proper noun
[UK: mˈaɪnkraft]
[US: mˈaɪnkræft]

Minecrafteigennam
{n}

minelayer (ship capable of laying mines)
noun
[UK: ˈmaɪn.leɪə(r)]
[US: ˈmaɪn.leɪər]

mijnenleggersubstantief
{m}

miner [miners] (operator of mines and other explosives)
noun
[UK: ˈmaɪ.nə(r)]
[US: ˈmaɪ.nər]

mijnenleggersubstantief
{m}

mineursubstantief
{m}

ontmijnersubstantief
{m}

miner [miners] (person who works in a mine)
noun
[UK: ˈmaɪ.nə(r)]
[US: ˈmaɪ.nər]

mijnwerkersubstantief
{m}

mineral [minerals] (in geology)
noun
[UK: ˈmɪ.nə.rəl]
[US: ˈmɪ.nə.rəl]

delfstofsubstantief
{c}

mineraalsubstantief
{n}

mineral water [mineral waters] (water containing dissolved minerals)
noun
[UK: ˈmɪ.nə.rəl ˈwɔː.tə(r)]
[US: ˈmɪ.nə.rəl ˈwɒ.tər]

mineraalwatersubstantief
{n}

mineralogy [mineralogies] (the study or science of minerals)
noun
[UK: ˌmɪ.nə.ˈræ.lə.dʒi]
[US: ˌmɪ.nə.ˈrɑː.lə.dʒi]

mineralogiesubstantief
{f}

mineralogist [mineralogists] (expert in mineralogy)
noun
[UK: ˌmɪ.nə.ˈræ.lə.dʒɪst]
[US: ˌmɪ.nə.ˈræ.lə.dʒəst]

mineraloogsubstantief
{m}

mineshaft noun
[UK: ˈmaɪn.ʃɑːft]
[US: ˈmaɪn.ʃæft]

mijnschachtsubstantief
{c}

minestrone (thick Italian vegetable soup)
noun
[UK: ˌmɪ.nɪ.ˈstrəʊ.ni]
[US: ˌmɪ.nɪˈstro.ʊ.ni]

minestronesubstantief
{m} {f}

minestronesoepsubstantief
{m} {f}

amphetamine [amphetamines] noun
[UK: æm.ˈfe.tə.miːn]
[US: æm.ˈfe.tə.ˌmin]

amfetaminesubstantief
{f}

bromine (nonmetallic chemical element)
noun
[UK: ˈbrəʊ.miːn]
[US: ˈbroʊ.miːn]

broomsubstantief
{n}

carmine (of the purplish red colour shade carmine)
adjective
[UK: ˈkɑː.maɪn]
[US: ˈkɑːr.mən]

karmijnenbijvoeglijk naamwoord

karmijnroodbijvoeglijk naamwoord

karmozijnenbijvoeglijk naamwoord

karmozijnroodbijvoeglijk naamwoord

carmine (purplish-red colour)
noun
[UK: ˈkɑː.maɪn]
[US: ˈkɑːr.mən]

karmijnroodsubstantief
{n}

karmozijnroodsubstantief
{n}

carmine (purplish-red pigment)
noun
[UK: ˈkɑː.maɪn]
[US: ˈkɑːr.mən]

karmijnsubstantief
{n}

karmozijnsubstantief
{n}

coal mine [coal mines] (a mine from which coal is mined)
noun
[UK: kəʊl maɪn]
[US: koʊl ˈmaɪn]

kolenmijnsubstantief
{c}

Comines (city)
proper noun

Komeneigennam

demine (remove explosive mines from)
verb
[UK: dˈemaɪn]
[US: dˈemaɪn]

ontmijnenwerkwoord

deminer (one who removes explosive mines)
noun
[UK: dˈemɪnə]
[US: dˈemɪnɚ]

ontmijnersubstantief
{m}

determine [determined, determining, determines] (to ascertain definitely)
verb
[UK: dɪ.ˈtɜː.mɪn]
[US: də.ˈtɝː.mən]

bepalenwerkwoord

determine [determined, determining, determines] (to set the limits of)
verb
[UK: dɪ.ˈtɜː.mɪn]
[US: də.ˈtɝː.mən]

vaststellenwerkwoord

determined (decided or resolute)
adjective
[UK: dɪ.ˈtɜː.mɪnd]
[US: də.ˈtɝː.mənd]

vastberadenbijvoeglijk naamwoord

determiner [determiners] (class of words)
noun
[UK: dɪ.ˈtɜː.mɪ.nə(r)]
[US: dɪ.ˈtɝː.mɪ.nər]

determinatorsubstantief
{m}

determiner [determiners] (something that determines)
noun
[UK: dɪ.ˈtɜː.mɪ.nə(r)]
[US: dɪ.ˈtɝː.mɪ.nər]

aanwijzersubstantief
{m}

12