Dutch | English |
---|---|
door toedoen van preposition | at the hands of(by the actions of) |
drinken als een tempelier werkwoord | drink like a fish(drink alcohol heavily) |
duurvorm onvoltooid tegenwoordige tijd substantief | present continuous(tense that describes an ongoing action in the present) |
duurzaam toerisme substantief | ecotourism(responsible travel) |
dwingen tot werkwoord | force [forced, forcing, forces](to compel someone to do something) |
eau de toilette substantief {m} {f} | eau de toilette(lightly scented perfume) |
eed van trouw substantief | fealty [fealties](the oath by which this obligation was assumed) |
een appeltje te schillen substantief | ax to grind(proposition or point of view) |
een appeltje te schillen hebben werkwoord | have a bone to pick(have a complaint or grievance) |
een bruine trui breien werkwoord | defecate [defecated, defecating, defecates]verb |
een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen phrase | once bitten, twice shy(one is cautious in the future if hurt in the past) |
een gewaarschuwd mens telt voor twee phrase | forewarned is forearmed(proverb) |
een gezicht om leer op te kloppen preposition | like the back end of a bus(very unattractive) |
een hele tijd substantief {m} | while(uncertain duration of time, a period of time) |
een rol toewijzen werkwoord {f} | cast [cast, cast, casting, casts](to assign a role in a play or performance) |
een speld tussen krijgen werkwoord | get a word in edgewise(to break into or participate in a conversation) |
een taak toekennen werkwoord | task [tasked, tasking, tasks](assign a task to) |
een tandje bijzetten werkwoord | pull one's socks up(start making an effort; to renew or redouble one's efforts) |
een tapijt vormen werkwoord | carpet [carpeted, carpeting, carpets](to cover like a carpet) |
een tegelijk bijwoord | one at a time(individually) |
een tegengewicht vormen voor werkwoord | counterbalance(to apply weight in order to balance) |
een tegenkracht vormen voor werkwoord | counterbalance(to match or equal in effect when applying opposing force) |
een terras aanleggen werkwoord | terrace(to provide with a terrace) |
een tip geven werkwoord | clue(to provide with a clue) |
een toeval krijgen werkwoord | have kittens(to become extremely upset) |
een totale ommekeer uitvoeren werkwoord | about-face(to change opinion or attitude) |
een trapje hoger preposition | above(higher in rank) |
een troop gebruiken werkwoord | trope(to use a trope) |
een TV programma coördineren werkwoord | anchor [anchored, anchoring, anchors](to perform as a TV anchorman) |
een-tweetje substantief {n} | one-two(soccer: quick one-touch play between two players) |
eis tot nietigheid substantief | |
en-teken substantief | ampersand [ampersands](the symbol &) |
enfant terrible substantief {n} | enfant terrible(unconventional badly-behaved person) |
er + any of the existence verbs zijn werkwoord | there be(to exist) |
er niks mee te maken hebben bijvoeglijk naamwoord | neither here nor there(having no influence or significance on the issue at hand) |
er toe doen werkwoord | matter [mattered, mattering, matters](to be important) |
er tussenuit knijpen werkwoord | jump ship(leave suddenly) |
er vanonder trekken werkwoord | absquatulate(to leave quickly or in a hurry; to take oneself off; to decamp; to depart) |
ergens naar toe gaan werkwoord | head [headed, heading, heads](to move in a specified direction) |
eruit trappen werkwoord | kick out(eject, throw out, or forcefully remove) |