Nederlands | Engels |
---|---|
voorraad substantief {m} | stock [stocks](store of goods for sale) stockpile [stockpiles](supply of something kept for future use) store [stores](supply held in storage) |
voorraad substantief {n} | fare [fares](supplies for consumption or pleasure) |
voorraadje substantief {n} | fare [fares](supplies for consumption or pleasure) |
voorraadkamer substantief {f} | pantry [pantries](storage room) |
voorraadkast substantief {f} | pantry [pantries](storage room) |
een voorraad aanleggen werkwoord | stockpile [stockpiled, stockpiling, stockpiles](to accumulate or build up a supply of (something)) |
in voorraad bijvoeglijk naamwoord | stock(normally available for purchase) |
periodieke voorraad substantief {m} | |
schietvoorraad substantief {m} | ammunition [ammunitions](articles used in charging firearms) |