Nederlands-Engels woordenboek »

verliezen betekenis in Engels

NederlandsEngels
verliezen werkwoord

forfeit [forfeited, forfeiting, forfeits](to suffer the loss)
verb
[UK: ˈfɔː.fɪt] [US: ˈfɔːr.fət]

lose(cause (something) to cease to be in one's possession or capability)
verb
[UK: luːz] [US: ˈluːz]

verliezen substantief
{n}

loss [losses](defeat, see also: defeat)
noun
[UK: lɒs] [US: ˈlɒs]

verliezen; verlagen werkwoord

abate [abated, abating, abates]verb
[UK: ə.ˈbeɪt] [US: ə.ˈbeɪt]

bladverliezend bijvoeglijk naamwoord

deciduous(of or pertaining to trees which lose their leaves in winter or the dry season)
adjective
[UK: dɪ.ˈsɪ.djʊəs] [US: də.ˈsɪ.dʒuːəs]

het bewustzijn verliezen werkwoord

zonk out(fall suddenly into a very deep sleep)
verb
[UK: zˈɒŋk ˈaʊt] [US: zˈɑːŋk ˈaʊt]

het gezicht verliezen werkwoord

lose face(lose respect of others)
verb
[UK: luːz feɪs] [US: ˈluːz ˈfeɪs]

loofverliezend bijvoeglijk naamwoord

deciduous(of or pertaining to trees which lose their leaves in winter or the dry season)
adjective
[UK: dɪ.ˈsɪ.djʊəs] [US: də.ˈsɪ.dʒuːəs]

terrein verliezen werkwoord

lose groundverb
[UK: luːz ɡraʊnd] [US: ˈluːz ˈɡraʊnd]

uit het oog verliezen werkwoord

neglect [neglected, neglecting, neglects](omit to notice; slight; disregard)
verb
[UK: nɪ.ˈɡlekt] [US: nə.ˈɡlekt]

zijn geduld verliezen werkwoord

lose patience(to become impatient)
verb
[UK: luːz ˈpeɪʃns] [US: ˈluːz ˈpeɪ.ʃəns]

zijn verstand verliezen werkwoord

lose one's mind(to become insane)
verb
[UK: luːz wʌnz maɪnd] [US: ˈluːz wʌnz ˈmaɪnd]

Zoek geschiedenis