Nederlands-Engels woordenboek »

verkorten betekenis in Engels

NederlandsEngels
verkorten werkwoord

abbreviate [abbreviated, abbreviating, abbreviates](to make shorter)
verb
[UK: ə.ˈbriː.vieɪt] [US: ə.ˈbriː.vi.ˌet]

abridge [abridged, abridging, abridges](to make shorter)
verb
[UK: ə.ˈbrɪdʒ] [US: ə.ˈbrɪdʒ]

curtail [curtailed, curtailing, curtails](cut short an animal's tail)
verb
[UK: kɜː.ˈteɪl] [US: kər.ˈteɪl]

verkortend bijvoeglijk naamwoord

abbreviatory(serving or tending to abbreviate; shortening; abridging)
adjective

Zoek geschiedenis