Nederlands-Engels woordenboek »

verkeerd betekenis in Engels

NederlandsEngels
verkeerd bijvoeglijk naamwoord

bad [worse, worst](not appropriate, of manners etc.)
adjective
[UK: bæd] [US: ˈbæd]

wrong [worse, worst](incorrect)
adjective
[UK: rɒŋ] [US: ˈrɒŋ]

verkeerd begrijpen werkwoord

mishear [misheard, mishearing, mishears](to understand wrongly)
verb
[UK: ˌmɪs.ˈhɪə(r)] [US: ˌmɪs.ˈhiːr]

verkeerd gebruik substantief
{n}

abuse [abuses](improper usage)
noun
[UK: ə.ˈbjuːs] [US: ə.ˈbjuːs]

verkeerd gebruiken werkwoord

abuse [abused, abusing, abuses](to use improperly)
verb
[UK: ə.ˈbjuːs] [US: ə.ˈbjuːs]

verkeerd interpreteren werkwoord

misconstrue [misconstrued, misconstruing, misconstrues](to interpret erroneously)
verb
[UK: ˌmɪ.skən.ˈstruː] [US: ˌmɪ.skən.ˈstruː]

verkeerd omschreven bijvoeglijk naamwoord

improper(Not properly named)
adjective
[UK: ɪm.ˈprɒ.pə(r)] [US: ˌɪm.ˈprɑː.pər]

verkeerd spellen werkwoord

misspell [misspelt, misspelt, misspelling, misspells](to spell incorrectly)
verb
[UK: ˌmɪs.ˈspel] [US: ˌmɪs.ˈspel]

verkeerd verstaan werkwoord

mishear [misheard, mishearing, mishears](to hear wrongly)
verb
[UK: ˌmɪs.ˈhɪə(r)] [US: ˌmɪs.ˈhiːr]

verkeerd voorstellen werkwoord

garble [garbled, garbling, garbles](to mutilate; to pervert)
verb
[UK: ˈɡɑːb.l̩] [US: ˈɡɑːr.bl̩]

verkeerde substantief
{n}

wrong [wrongs](opposite of right)
noun
[UK: rɒŋ] [US: ˈrɒŋ]

verkeerde naam substantief

misnomer [misnomers](use of term that is misleading)
noun
[UK: ˌmɪs.ˈnəʊ.mə(r)] [US: ˌmɪsˈno.ʊ.mər]

koffie verkeerd substantief

café au lait(coffee with milk)
noun

met het verkeerde been uit bed stappen werkwoord

get up on the wrong side of the bed(to feel irritable without a particular reason)
verb
[UK: ˈɡet ʌp ɒn ðə rɒŋ saɪd əv ðə bed] [US: ˈɡet ʌp ɑːn ðə ˈrɒŋ ˈsaɪd əv ðə ˈbed]

van de verkeerde kant bijvoeglijk naamwoord

homosexual(sexually attracted solely or primarily to the same sex)
adjective
[UK: ˌhɒ.mə.ˈsek.ʃʊəl] [US: ˌhomoˈsek.ʃə.wəl]

Zoek geschiedenis