Nederlands-Engels woordenboek »

van de betekenis in Engels

NederlandsEngels
van de preposition

out of(expressing a fraction or a ratio)
preposition
[UK: ˈaʊt əv] [US: ˈaʊt əv]

van de bijbal bijvoeglijk naamwoord

epididymaladjective

van de daken schreeuwen werkwoord

shout from the rooftops(proclaim)
verb

van de derde graad bijvoeglijk naamwoord

third-degree(severely burnt)
adjective
[UK: ˈθɜːd dɪ.ˈɡriː] [US: ˈθɝːd dɪ.ˈɡriː]

van de eerste graad bijvoeglijk naamwoord

first-degree(barely burnt)
adjective
[UK: ˈfɜːst dɪ.ˈɡriː] [US: ˈfɝːst dɪ.ˈɡriː]

van de eeuw preposition

of the century(most remarkable)
preposition

van de ene dag op de andere; van vandaag op morgen bijwoord

overnight(in a very short amount of time)
adverb
[UK: ˌəʊv.ə.ˈnaɪt] [US: ˌoʊv.ə.ˈnaɪt]

van de ene kant naar de andere bijwoord

athwart(from side to side, often in an oblique manner, see also: across)
adverb
[UK: ə.ˈθwɔːt] [US: ə.ˈθwɔːrt]

van de hand doen werkwoord

jettison [jettisoned, jettisoning, jettisons](to let go or get rid of)
verb
[UK: ˈdʒe.tɪs.n̩] [US: ˈdʒe.təs.n̩]

van de nood een deugd maken werkwoord

make a virtue of necessity(to make the best of a difficult situation)
verb
[UK: ˈmeɪk ə ˈvɜː.tʃuː əv nɪ.ˈse.sɪ.ti] [US: ˈmeɪk ə ˈvɝː.tʃuː əv nə.ˈse.sə.ti]

van de pot gerukt bijvoeglijk naamwoord

preposterous(absurd, or contrary to common sense)
adjective
[UK: prɪ.ˈpɒ.stə.rəs] [US: prə.ˈpɑː.stə.rəs]

van de prins geen kwaad weten phrase

butter wouldn't melt in someone's mouth(benign appearance, suggesting the contrary)
phrase

van de regen in de drup preposition

out of the frying pan, into the fire(get from an already bad situation to a worse one)
preposition
[UK: ˈaʊt əv ðə ˈfraɪ.ɪŋ pæn ˈɪn.tə ðə ˈfaɪə(r)] [US: ˈaʊt əv ðə ˈfraɪ.ɪŋ ˈpæn ˌɪn.ˈtuː ðə ˈfaɪər]

van de riem geven werkwoord

belt [belted, belting, belts](beat with a belt)
verb
[UK: belt] [US: ˈbelt]

van de spreektaal bijvoeglijk naamwoord

colloquial(of oral communication language)
adjective
[UK: kə.ˈləʊ.kwɪəl] [US: kəˈlo.ʊ.kwɪəl]

van de tafel vegen werkwoord

brush [brushed, brushing, brushes](to touch)
verb
[UK: brʌʃ] [US: ˈbrəʃ]

van de tweede graad bijvoeglijk naamwoord

second-degree(severely blistered)
adjective

van de verkeerde kant bijvoeglijk naamwoord

homosexual(sexually attracted solely or primarily to the same sex)
adjective
[UK: ˌhɒ.mə.ˈsek.ʃʊəl] [US: ˌhomoˈsek.ʃə.wəl]

van de vrachtwagen gevallen werkwoord

fall off a truckverb

van der Waal eigennam

Vanderwaalproper noun

van der Waals eigennam

Vanderwaalsproper noun

van der Waalskracht substantief

van der Waals force(weak attraction)
noun

van deur tot deur bijwoord

door to door(from one household or business to the next)
adverb

aan het einde van de rit preposition

at the end of the day(in summary; ultimately)
preposition
[UK: ət ðə end əv ðə deɪ] [US: ət ðə ˈend əv ðə ˈdeɪ]

advocaat van de duivel substantief

devil's advocate(debater)
noun

Algemene Vergadering van de Verenigde Naties eigennam

United Nations General Assembly(one of the six principal organs of the United Nations)
proper noun
[UK: ju.ˈnaɪt.ɪd ˈneɪʃ.n̩z ˈdʒen.r̩əl ə.ˈsem.bli] [US: ju.ˈnaɪt.əd ˈneɪʃ.n̩z ˈdʒen.r̩əl ə.ˈsem.bli]

bediening van de eredienst substantief

ministry [ministries](practice and education of the minister of a particular religion)
noun
[UK: ˈmɪ.nɪ.stri] [US: ˈmɪ.nə.stri]

Besnijdenis van de Heer substantief
{f}

Feast of the Circumcision of Christ(a celebration of the circumcision of Jesus)
noun

biefstuk van de haas substantief
{m}

chateaubriand(steak cut from a beef tenderloin)
noun
[UK: ʃˌeɪtəbrɪˈand] [US: ʃˌeɪɾəbrɪˈænd]

tenderloin steak(Any of several steaks cut from the tenderest part of the loin of beef)
noun

Dag van de Overwinning substantief

Victory Day(a day to commemorate victories in important battles or wars in the countries' history)
noun

de liefde van de man gaat door de maag phrase

the way to a man's heart is through his stomach(cooking food for a man is a good way to win his affections)
phrase

de overwinning voor de poorten van de hel wegslepen werkwoord

snatch victory from the jaws of defeat(suddenly win a contest when it appears that loss is a foregone conclusion, to succeed in an endeavor through reversal of fortune, skill, effort, or good judgment)
verb

de vier ruiters van de Apocalyps eigennam

Four Horsemen of the Apocalypseproper noun
[UK: fɔː(r) ˈhɔː.smən əv ðə ə.ˈpɒk.ə.lɪps] [US: ˈfɔːr ˈhɔːr.smən əv ðə ə.ˈpɑːk.ə.ˌlɪps]

Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties eigennam

United Nations Economic and Social Council(one of the six principal organs of the United Nations)
proper noun

een appel valt niet ver van de boom phrase

the apple does not fall far from the tree(a child is similar to its parents)
phrase

fout van de tweede soort substantief
{f}

type II error(accepting the null hypothesis when false)
noun

Gemenebest van de Bahama's eigennam
{n}

Commonwealth of the Bahamas(official name of Bahamas)
proper noun

gier van de Oude Wereld substantief

Old World vulture(large scavenging bird)
noun

Handelingen van de apostelen eigennam

Acts of the Apostles(fifth book of the New Testament)
proper noun
[UK: ækts əv ðə ə.ˈpɒs.l̩z] [US: ˈækts əv ðə ə.ˈpɑːs.l̩z]

12

Zoek geschiedenis