Nederlands-Engels woordenboek »

tussen betekenis in Engels

NederlandsEngels
er tussenuit knijpen werkwoord

jump ship(leave suddenly)
verb

ervan tussen knijpen werkwoord

do one(go away)
verb

in de tussentijd bijwoord

meanwhile(at the same time but elsewhere)
adverb
[UK: ˈmiːn.waɪl] [US: ˈmiːˌn.waɪl]

intussen bijwoord

meanwhile(during the time)
adverb
[UK: ˈmiːn.waɪl] [US: ˈmiːˌn.waɪl]

met betrekking tot een tussenruimte bijvoeglijk naamwoord

interstitial(of, relating to, or situated in an interstice)
adjective
[UK: ˌɪn.tə.ˈstɪʃ.l̩] [US: ˌɪn.tə.ˈstɪʃ.l̩]

met tussenpozen bijvoeglijk naamwoord

intermittent(stopping and starting at intervals)
adjective
[UK: ˌɪn.tə.ˈmɪtnt] [US: ˌɪn.tər.ˈmɪ.tənt]

met tussenpozen bijwoord

intermittently(Stopping or starting at intervals)
adverb
[UK: ˌɪn.tə.ˈmɪtnt.li] [US: ˌɪn.tər.ˈmɪ.tənt.li]

neustussenschot substantief
{n}

nasal septum [nasal septums](partition in the nose)
noun
[UK: ˈneɪz.l̩ ˈsep.təm] [US: ˈneɪz.l̩ ˈsep.təm]

ondertussen substantief

meantime(time in between)
noun
[UK: ˈmiːn.taɪm] [US: ˈmiːn.ˌtaɪm]

ondertussen bijwoord

meanwhile(during the time)
adverb
[UK: ˈmiːn.waɪl] [US: ˈmiːˌn.waɪl]

12

Zoek geschiedenis