Nederlands-Engels woordenboek »

stenen betekenis in Engels

NederlandsEngels
stenen bijvoeglijk naamwoord

stonen(Made of stone)
adjective
[UK: stˈəʊnən] [US: stˈoʊnən]

steen [stenen] substantief

nugget [nuggets](small chunk or clump)
noun
[UK: ˈnʌ.ɡɪt] [US: ˈnʌ.ɡət]

rock paper scissors(popular child's game)
noun
[UK: rɒk ˈpeɪ.pə(r) ˈsɪ.zəz] [US: ˈrɑːk ˈpeɪ.pər ˈsɪ.zərz]

steen [stenen] substantief
{m}

rock [rocks](natural mineral aggregate)
noun
[UK: rɒk] [US: ˈrɑːk]

steen [stenen] substantief
{n}

canker [cankers](avian disease caused by T. gallinae)
noun
[UK: ˈkæŋkə(r)] [US: ˈkæŋkər]

stenen tijdperk eigennam
{n}

Stone Age(prehistoric period)
proper noun
[UK: ˈstəʊn.ˈeɪdʒ] [US: ˈstəʊn.ˈeɪdʒ]

bakstenen bijvoeglijk naamwoord

brick(made of brick(s))
adjective
[UK: brɪk] [US: ˈbrɪk]

kerstenen werkwoord

Christianize [Christianized, Christianizing, Christianizes](to (cause to) convert to Christianity)
verb
[UK: ˈkrɪs.tʃə.ˌnaɪz] [US: ˈkrɪs.tʃə.ˌnaɪz]

tot bakstenen bakken werkwoord

brick(make into brick)
verb
[UK: brɪk] [US: ˈbrɪk]

verstenen werkwoord

petrify [petrified, petrifying, petrifies](to harden organic matter)
verb
[UK: ˈpe.trɪ.faɪ] [US: ˈpe.trə.ˌfaɪ]

Zoek geschiedenis