Nederlands-Engels woordenboek »

omver betekenis in Engels

NederlandsEngels
omver bijwoord

over(from upright to horizontal position)
adverb
[UK: ˈəʊv.ə(r)] [US: ˈoʊv.r̩]

omverduwen werkwoord

jostle [jostled, jostling, jostles](bump into or brush against while in motion)
verb
[UK: ˈdʒɒs.l̩] [US: ˈdʒɑːs.l̩]

omverwerpen werkwoord

overthrow [overthrew, overthrown, overthrowing, overthrows](to bring about the downfall of)
verb
[UK: ˌəʊv.ə.ˈθrəʊ] [US: ˈovərˌθro.ʊ]

overturn [overturned, overturning, overturns](to overthrow)
verb
[UK: ˌəʊv.ə.ˈtɜːn] [US: ˌoʊv.ə.ˈtɜːn]

subvert [subverted, subverting, subverts](to overthrow)
verb
[UK: sʌb.ˈvɜːt] [US: sʌb.ˈvɝːt]

omverwerping substantief

subversion [subversions](systematic attempt to overthrow a government by working from within)
noun
[UK: səb.ˈvɜːʃ.n̩] [US: səb.ˈvɝː.ʒən]

stomverbaasd bijvoeglijk naamwoord

befuddled(confused or perplexed)
adjective
[UK: bɪ.ˈfʌd.l̩d] [US: bə.ˈfəd.l̩d]

dumbfounded(shocked and speechless)
adjective
[UK: dʌm.ˈfaʊn.dɪd] [US: ˈdəm.faʊn.dəd]

stroomverlies substantief
{n}

loss [losses](engineering: power expended without doing useful work)
noun
[UK: lɒs] [US: ˈlɒs]

stroomversnelling substantief
{f}

rapid [rapids](section of river)
noun
[UK: ˈræ.pɪd] [US: ˈræ.pəd]

Zoek geschiedenis