Nederlands-Engels woordenboek »

naam betekenis in Engels

NederlandsEngels
wat is uw naam? phrase

what is your name(what is your name?)
phrase

wederkerend voornaamwoord substantief
{n}

reflexive pronoun(a part of speech)
noun
[UK: rɪ.ˈflek.sɪv ˈprəʊ.naʊn] [US: rə.ˈflek.sɪv ˈproʊ.naʊn]

wederkerig voornaamwoord substantief
{n}

reciprocal pronoun(a part of speech)
noun
[UK: rɪ.ˈsɪ.prək.l̩ ˈprəʊ.naʊn] [US: rə.ˈsɪ.prək.l̩ ˈproʊ.naʊn]

zelfstandig naamwoord substantief
{n}

noun [nouns](grammatical category (narrow sense))
noun
[UK: naʊn] [US: ˈnaʊn]

Zoete Naam Jezus substantief
{m}

Feast of the Holy Name of Jesus(a celebration of the circumcision of Jesus)
noun

zogenaamd bijvoeglijk naamwoord

putative(commonly believed or deemed to be the case)
adjective
[UK: ˈpjuː.tə.tɪv] [US: ˈpjuː.tə.tɪv]

so-called(so named)
adjective
[UK: ˈsəʊ kɔːld] [US: ˈsoʊ ˈkɒld]

234

Zoek geschiedenis