Nederlands-Engels woordenboek »

lopend betekenis in Engels

NederlandsEngels
lopend bijvoeglijk naamwoord

ongoing(presently or currently happening; being in progress)
adjective
[UK: ˌɒn ˈɡəʊ.iŋ] [US: ˈɑːn ˌɡoʊ.iŋ]

lopend bijwoord

afoot(means of locomotion, walking)
adverb
[UK: ə.ˈfʊt] [US: ə.ˈfʊt]

lopende band substantief
{m}

assembly line [assembly lines](system of workers and machinery in a series)
noun
[UK: ə.ˈsem.bli laɪn] [US: ə.ˈsem.bli ˈlaɪn]

lopende rekening substantief
{f}

current account(checking account)
noun
[UK: ˈkʌ.rənt əˈk.aʊnt] [US: ˈkɜː.rənt əˈk.aʊnt]

lopende rekening van de betalingsbalans substantief
{f}

current account(part of balance of payments)
noun
[UK: ˈkʌ.rənt əˈk.aʊnt] [US: ˈkɜː.rənt əˈk.aʊnt]

lopende tekst substantief
{m}

running text(body of text)
noun

als een lopend vuurtje werkwoord
{n}

spread like wildfire(spread or disseminate rapidly or uncontrollably)
verb
[UK: spred ˈlaɪk ˈwaɪld.faɪə(r)] [US: ˈspred ˈlaɪk ˈwaɪld.ˌfaɪər]

kortlopend bijvoeglijk naamwoord

short-term [shorter-term, shortest-term](of a short duration of time)
adjective
[UK: ˈʃɔːt tɜːm] [US: ˈʃɔːrt tɝːm]

langlopend bijvoeglijk naamwoord

long-term [longer-term, longest-term](extending over a relatively long time period)
adjective
[UK: ˈlɒŋ tɜːm] [US: ˈlɔːŋ.ˈtɝːm]

loslopend bijvoeglijk naamwoord

free [freer, freest](unconstrained)
adjective
[UK: friː] [US: ˈfriː]

overlopend bijvoeglijk naamwoord

abrim(brimming)
adjective

uiteenlopend bijvoeglijk naamwoord

eclectic(unrelated and unspecialized; heterogeneous)
adjective
[UK: ɪ.ˈklek.tɪk] [US: ɪ.ˈklek.tɪk]

various(an eclectic range of)
adjective
[UK: ˈveə.rɪəs] [US: ˈve.riəs]

zenuwslopend bijvoeglijk naamwoord

nerve-racking(intensely irritating or distressing)
adjective
[UK: ˈnɜːv rækɪŋ] [US: ˈnɝːv rækɪŋ]