lijk betekenis in Engels
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| begrijpelijk bijvoeglijk naamwoord | understandable(capable of being understood) |
| behaaglijk bijvoeglijk naamwoord | pleasant [pleasanter, pleasantest](giving pleasure; pleasing in manner) |
| behaaglijkheid substantief {f} | agreeableness(quality of being agreeable or pleasing) |
| bekoorlijk bijvoeglijk naamwoord | captivating(beautiful) |
| belachelijk bijvoeglijk naamwoord | farcical(absurd) laughable(fitted to exite laughter) ridiculous(foolish, absurd) |
| belachelijk bijwoord | ridiculously(in a ridiculous manner) |
| belachelijk maken werkwoord | deride [derided, deriding, derides](to harshly mock; ridicule) skit(poke fun) |
| beminnelijk bijvoeglijk naamwoord | dear [dearer, dearest](loved; lovable) lovable(inspiring love) lovely [lovelier, loveliest](Beautiful; charming; very pleasing in form, looks, tone, or manner.) |
| beminnelijk bijwoord | kindly(in a kind manner) |
| beslijken werkwoord | mud(to make muddy) |
| Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid substantief | public limited liability company(publicly traded company) |
| besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid substantief {f} | limited liability company(type of company) |
| besmettelijk bijvoeglijk naamwoord | contagious(of a disease, easily transmitted to others) |
| besmettelijke ziekte substantief {f} | contagion [contagions](disease spread by contact) |
| besmettelijkheid substantief | contagiousness(state or condition of being contagious) |
| bespottelijk bijvoeglijk naamwoord | farcical(absurd) |
| bespottelijk bijwoord | ridiculously(in a ridiculous manner) |
| bestuurlijk bijvoeglijk naamwoord | administrative(of or relating to administering or administration) |
| bestuurlijk bijwoord | administratively(in an administrative manner) |
| betrekkelijk bijvoeglijk naamwoord | relative(conditional; depending on something else) |
| betrekkelijk bijwoord | comparatively(in a comparative manner) |
| betrekkelijk voornaamwoord substantief {n} | relative pronoun(pronoun that introduces a relative clause) |
| bevattelijk bijvoeglijk naamwoord | exoteric(accessible, capable of being readily or fully comprehended) |
| beweeglijk bijvoeglijk naamwoord | agile(having the faculty of quick motion in the limbs) mobile(capable of being moved) |
| bewerkelijk bijvoeglijk naamwoord | laborious(requiring much physical effort) |
| bezittelijk bijvoeglijk naamwoord | possessive(grammar: indicating possession) |
| bezittelijk adjectief substantief {n} | possessive adjective(possessive determiner) |
| bezittelijk bijvoeglijk naamwoord substantief {n} | possessive adjective(possessive determiner) |
| bezittelijk voornaamwoord substantief {n} | possessive pronoun(pronoun which expresses possession) |
| bezwaarlijk bijvoeglijk naamwoord | objectionable(offensive) |
| bijvoegelijk aanwijzend voornaamwoord substantief {n} | demonstrative adjective(type of adjective) |
| bijvoeglijk bijvoeglijk naamwoord | adjectival(functioning as an adjective) |
| bijvoeglijk naamwoord substantief {n} | adjective [adjectives]((grammar) a word that modifies a noun or describes a noun’s referent) |
| bijwoordelijk bijvoeglijk naamwoord | adverbial(of or relating to an adverb) |
