Nederlands-Engels woordenboek »

licht betekenis in Engels

NederlandsEngels
licht bijvoeglijk naamwoord

lite(low in calories)
adjective
[UK: ˈlaɪt] [US: ˈlaɪt]

white [whiter, whitest](relatively light or pale in colour)
adjective
[UK: waɪt] [US: ˈwaɪt]

licht substantief
{n}

light [lights](electromagnetic waves)
noun
[UK: laɪt] [US: ˈlaɪt]

licht in het hoofd bijvoeglijk naamwoord

light-headed(feeling faint)
adjective
[UK: laɪt ˈhe.dɪd] [US: ˈlaɪt ˈhe.dəd]

licht ontvlambaar bijvoeglijk naamwoord

flammable(easily set on fire)
adjective
[UK: ˈflæ.məb.l̩] [US: ˈflæ.məb.l̩]

volatile(evaporating or vaporizing readily under normal conditions)
adjective
[UK: ˈvɒ.lə.taɪl] [US: ˈvɑː.lə.təl]

lichtbeuk substantief
{m}

clerestorynoun
[UK: ˈklɪə.stɔː.ri] [US: ˈklɪə.stɔː.ri]

lichtbron substantief

luminary [luminaries](artificial light)
noun
[UK: ˈluː.mɪ.nə.ri] [US: ˈluː.mə.ˌne.ri]

lichtdeeltje substantief
{n}

photon [photons](quantum of light)
noun
[UK: ˈfəʊ.tɒn] [US: ˈfoʊ.tɒn]

lichtdoorlatend bijvoeglijk naamwoord

translucent(allowing light to pass through, but diffusing it)
adjective
[UK: trænz.ˈluːsnt] [US: træns.ˈluː.sənt]

lichte conversatie substantief
{f}

small talk(idle conversation)
noun
[UK: smɔːl ˈtɔːk] [US: ˈsmɒl ˈtɔːk]

lichtekooi substantief
{f}

strumpet(A prostitute)
noun
[UK: ˈstrʌm.pɪt] [US: ˈstrʌm.pət]

lichtelijk bijwoord

slightly(to a small extent or degree)
adverb
[UK: ˈslaɪt.li] [US: ˈslaɪt.li]

lichtend voorbeeld substantief

luminary [luminaries](one who is an inspiration to others)
noun
[UK: ˈluː.mɪ.nə.ri] [US: ˈluː.mə.ˌne.ri]

lichter substantief
{m}

lighter [lighters](a barge)
noun
[UK: ˈlaɪ.tə(r)] [US: ˈlaɪ.tər]

lichtgas substantief
{n}

coal gas(poisonous gas)
noun
[UK: kəʊl ɡæs] [US: koʊl ˈɡæs]

town gas(manufactured gas supplied to consumers)
noun

lichtgelovig bijvoeglijk naamwoord

credulous(excessively ready to believe things)
adjective
[UK: ˈkre.djʊ.ləs] [US: ˈkre.djʊ.ləs]

gullible(easily deceived or duped, naive)
adjective
[UK: ˈɡʌ.lɪb.l̩] [US: ˈɡʌ.ləb.l̩]

lichtgelovigheid substantief
{f}

gullibility(quality of being easily deceived)
noun
[UK: ˌɡʌ.lə.ˈbɪ.lɪ.ti] [US: ˌɡʌ.lə.ˈbɪ.lə.ti]

lichtgeraakt bijvoeglijk naamwoord

feisty [feistier, feistiest](easily offended)
adjective
[UK: ˈfaɪ.sti] [US: ˈfaɪ.sti]

sensitive(responsive to stimuli)
adjective
[UK: ˈsen.sə.tɪv] [US: ˈsen.sə.tɪv]

lichtgeraaktheid substantief
{f}

susceptibility [susceptibilities](emotional sensitivity)
noun
[UK: sə.ˌsep.tə.ˈbɪ.lɪ.ti] [US: sə.ˌsep.tə.ˈbɪ.lə.ti]

lichtgevend bijvoeglijk naamwoord

incandescent(emitting light as result of heating)
adjective
[UK: ˌɪnk.æn.ˈdesnt] [US: ˌɪnk.ən.ˈde.sənt]

lichtgewicht bijvoeglijk naamwoord

lightweight(having less than average weight)
adjective
[UK: ˈlaɪ.tweɪt] [US: ˈlaɪ.ˈtweɪt]

lichting substantief
{f}

draft [drafts](conscription)
noun
[UK: drɑːft] [US: ˈdræft]

lichtjaar substantief
{n}

light year(astronomical distance)
noun

lichtjes kleuren werkwoord

tinge [tinged, tinging, tinges](to add a small amount of colour, see also: tint)
verb
[UK: tɪndʒ] [US: ˈtɪndʒ]

lichtknopje substantief
{n}

light switch(switch used to turn the light on or off)
noun
[UK: laɪt swɪtʃ] [US: ˈlaɪt ˈswɪtʃ]

Lichtland substantief
{n}

lightland(place of sunrise or sunset)
noun

lichtpaars bijvoeglijk naamwoord

orchid(colour)
adjective
[UK: ˈɔːkɪd] [US: ˈɔːrkəd]

lichtpeertje substantief
{n}

light bulb [light bulbs](evacuated glass bulb containing a metal filament that produces light)
noun
[UK: laɪt bʌlb] [US: ˈlaɪt ˈbəlb]

lichtsabel substantief
{m}

lightsaber(a fictional type of sword)
noun
[UK: lˈaɪtseɪbə] [US: lˈaɪtseɪbɚ]

lichtschip substantief
{n}

lightshipnoun
[UK: ˈlaɪ.tʃɪp] [US: ˈlaɪ.ˌtʃɪp]

lichtspoormunitie substantief

tracer [tracers](A piece of ammunition for a firearm that contains magnesium or another flammable substance)
noun
[UK: ˈtreɪ.sə(r)] [US: ˈtreɪ.sər]

lichtvaardig handelen werkwoord

trifle [trifled, trifling, trifles](To deal with something as if it were of little importance or worth)
verb
[UK: ˈtraɪ.fəl] [US: ˈtraɪ.fəl]

lichtvervuiling substantief
{f}

light pollution(excess artificial light)
noun
[UK: laɪt pə.ˈluːʃ.n̩] [US: ˈlaɪt pə.ˈluːʃ.n̩]

lichtvoetig bijvoeglijk naamwoord

nimble(quick and light in movement or action)
adjective
[UK: ˈnɪm.bl̩] [US: ˈnɪm.bl̩]

lichtzinnig bijvoeglijk naamwoord

frivolous(silly; especially at an inappropriate time or in an inappropriate manner)
adjective
[UK: ˈfrɪ.və.ləs] [US: ˈfrɪ.və.ləs]

giddy [giddier, giddiest](unable to concentrate or think seriously; easily excited, see also: impulsive)
adjective
[UK: ˈɡɪ.di] [US: ˈɡɪ.di]

12

Zoek geschiedenis