Nederlands-Engels woordenboek »

fier betekenis in Engels

NederlandsEngels
Fier eigennam

Fier(city and municipality in southwestern Albania)
proper noun
[UK: ˈfɪr] [US: ˈfɪr]

fier bijvoeglijk naamwoord

proud [prouder, proudest](gratified, feeling honoured, feeling satisfied)
adjective
[UK: praʊd] [US: ˈpraʊd]

fierheid substantief

pride [prides](quality or state of being proud; inordinate self-esteem; an unreasonable conceit of one's own superiority in talents, beauty, wealth, rank etc.)
noun
[UK: praɪd] [US: ˈpraɪd]

fierljeppen substantief
{n}

fierljeppen(form of pole vaulting)
noun

blauwkeelsaffierkolibrie substantief

sapphire [sapphires](type of hummingbird)
noun
[UK: ˈsæ.faɪə(r)] [US: ˈsæ.faɪər]

griffier substantief
{m}

registrar [registrars](official keeper of records)
noun
[UK: ˌre.dʒɪ.ˈstrɑː(r)] [US: ˈre.dʒə.ˌstrɑːr]

saffier substantief
{m}

sapphire [sapphires](gem)
noun
[UK: ˈsæ.faɪə(r)] [US: ˈsæ.faɪər]

saffierblauw bijvoeglijk naamwoord

sapphire(colour)
adjective
[UK: ˈsæ.faɪə(r)] [US: ˈsæ.faɪər]

saffierblauw substantief
{n}

sapphire [sapphires](colour)
noun
[UK: ˈsæ.faɪə(r)] [US: ˈsæ.faɪər]

saffierblauwe bijvoeglijk naamwoord

sapphire(colour)
adjective
[UK: ˈsæ.faɪə(r)] [US: ˈsæ.faɪər]

Zoek geschiedenis