zavar meaning in Dutch

Hungarian	Dutch
zavar főnév	verstoring◼◼◼v stoornis◼◼◼v verwarring◼◼◼v storing◼◼◻v onrust◼◼◻v beroering◼◼◻v confusie◼◻◻v tumult◼◻◻o
zavar ige	storen◼◼◼werkwoord voorkomen◼◼◼werkwoord lastigvallen◼◼◻werkwoord ergeren◼◼◻werkwoord verhinderen◼◼◻werkwoord vervelen◼◻◻werkwoord ontregelen◼◻◻werkwoord
zavar	war◼◼◻ wanorde◼◼◻v mengen◼◼◻werkwoord in de war brengen◼◻◻ in verwarring brengen◼◻◻ onduidelijkheid◼◻◻substantief storing veroorzaken◼◻◻ door elkaar halen◼◻◻ stuiken◼◻◻werkwoord
zavarba hoz kifejezés	in verlegenheid brengen◼◼◼ in de war brengen◼◻◻
zavargás főnév	onrust◼◼◼v rel◼◼◻m storing◼◼◻v
zavarodott melléknév	in de war◼◼◼
zavaros melléknév	troebel◼◼◼bijvoeglijk naamwoord in de war◼◼◻ vaag◼◼◻bijvoeglijk naamwoord obscuur◼◻◻bijvoeglijk naamwoord
zavarosság	troebelheid◼◼◼
zavart melléknév	in de war◼◼◼ verward◼◼◻bijvoeglijk naamwoord gestoord◼◼◻bijvoeglijk naamwoord beteuterdbijvoeglijk naamwoord confuusbijvoeglijk naamwoord

Your history