Hungarian | Dutch |
---|---|
zaj főnév | geschreeuw◼◻◻o geluidhinder◼◻◻m ophef◼◻◻m geroezemoes◼◻◻o gedruis◼◻◻o oproer◼◻◻o |
zajos melléknév | lawaaierig◼◼◼bijvoeglijk naamwoord rumoerig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord schaamteloos◼◻◻bijvoeglijk naamwoord |
zajtalan melléknév | geruisloos◼◼◼bijvoeglijk naamwoord stil◼◼◻bijvoeglijk naamwoord kalmbijvoeglijk naamwoord rustigbijvoeglijk naamwoord |
zajtalan ige | zwijgenwerkwoord |
Zakariás | Zacharia◼◼◼substantief Zacharias◼◼◼m Zecharja◼◼◻substantief |
zaklat ige | pesten◼◼◼werkwoord storen◼◼◻werkwoord vervelen◼◼◻werkwoord ergeren◼◻◻werkwoord treiterenwerkwoord |
zaklatás főnév | pesterij◼◼◼v |
zaklatott melléknév | overstuur◼◼◼bijvoeglijk naamwoord ontdaan◼◼◻bijvoeglijk naamwoord geschokt◼◼◻bijvoeglijk naamwoord ongesteld◼◻◻bijvoeglijk naamwoord ontredderd◼◻◻bijvoeglijk naamwoord |
zakó főnév | jasje◼◼◼substantief jas◼◼◼m colbert◼◼◻m vest◼◼◻ mantel◼◻◻m |
zálog főnév | onderpand◼◼◼o pion◼◼◻substantief gage◼◻◻v |
zálogba ad ige | verpanden◼◼◼werkwoord |
zálogház főnév | lommerd◼◼◼m |
zálogjog főnév |