utál meaning in Dutch

Hungarian	Dutch
utál főnév	haat◼◼◼m
utál ige	haten◼◼◼werkwoord verafschuwen◼◻◻werkwoord een hekel hebben aan◼◻◻ gruwelen van◼◻◻ een afschuw hebben van
utálat főnév	gruwel◼◼◼m afschuw◼◼◻m afgrijzen◼◻◻o
utálatos melléknév	gemeen◼◼◼ afschuwelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord verachtelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord verfoeilijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord verschrikkelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord akelig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord onuitstaanbaar◼◻◻bijvoeglijk naamwoord abominabel◼◻◻bijvoeglijk naamwoord afschrikwekkend◼◻◻bijvoeglijk naamwoord afgrijselijkbijvoeglijk naamwoord afstotelijkbijvoeglijk naamwoord schunnigbijvoeglijk naamwoord
utálatosság főnév	gruwel◼◼◼m verschrikking◼◻◻v gruweldaad◼◻◻v afschuwm
utállak	ik haat je◼◼◼ ik haat jullie◼◼◻ ik haat u◼◻◻
utállak téged	ik haat je◼◼◼
utálni ige	haten◼◼◼werkwoord
amputál ige	amputeren◼◼◼werkwoord afzetten◼◻◻werkwoord
amputálás főnév	amputatie◼◼◼v afzettingv
brutális melléknév	brutaal◼◼◼bijvoeglijk naamwoord bruut◼◼◼ grof◼◼◻bijvoeglijk naamwoord beestachtig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord
brutálisan határozószó	bruut◼◼◼
hamutál főnév	asbak◼◼◼m

Your history