szán meaning in Dutch

Hungarian	Dutch
szán főnév	slee◼◼◼v slede◼◼◻v oormerk◼◻◻o arrenslee◼◻◻m
szán	van plan zijn◼◼◻ sleeën◼◼◻ onedel◼◻◻bijvoeglijk naamwoord
szán ige	toewijdenwerkwoord
szánalmas melléknév	zielig◼◼◼bijvoeglijk naamwoord beroerd◼◼◻bijvoeglijk naamwoord sneu◼◼◻bijvoeglijk naamwoord vreselijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord deerniswekkend◼◻◻bijvoeglijk naamwoord
szánalom főnév	medelijden◼◼◼o
szánalom melléknév	spijtig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord
szándék főnév	bedoeling [bedoelingen]◼◼◼v voornemen [voornemens]◼◼◼o intentie [intenties]◼◼◼v opzet◼◼◻o van plan zijn◼◼◻ strekking◼◻◻v nut◼◻◻ vooruitzicht◼◻◻o tendens◼◻◻v wilskracht◼◻◻v toeleg◼◻◻m voorzetsel◼◻◻o viewm doelo
szándék [szándékok] főnév	plan [plannen]◼◼◼o
szándéknyilatkozat főnév	intentieverklaring◼◼◼v wilsverklaring◼◻◻v
szándékos melléknév	opzettelijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord met voorbedachte rade◼◻◻ gewild◼◻◻bijvoeglijk naamwoord gewillig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord
szándékosan határozószó	opzettelijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord met opzet◼◼◻ met voorbedachten rade◼◻◻ expresbijvoeglijk naamwoord

Your history