Hungarian-Dutch dictionary »

minden meaning in Dutch

HungarianDutch
mindenhol főnév

overal◼◼◼m

mindenhol határozószó

alom◼◻◻bijwoord

mindenképpen határozószó

in elk geval◼◼◼

sowieso◼◼◻bijwoord

wat ook◼◼◻

om het even wat◼◻◻

überhaupt◼◻◻bijwoord

ten enenmale◼◻◻bijwoord

coûte que coûtebijwoord

mindenképpen melléknév

bepaald◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

mindenki névmás

iedereen◼◼◼

allemaal◼◼◻

alle◼◼◻telwoord

allen◼◼◻telwoord

ieder◼◼◻

elke◼◼◻

elk◼◼◻

elkeen◼◻◻

iegelijk◼◻◻

alleman◼◻◻

Jan en Alleman◼◻◻

mindenkor melléknév

steeds◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

mindenkor határozószó

immer◼◼◻bijwoord

mindenkori melléknév

voortdurend◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

mindennap melléknév

dagelijks◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

daags◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

mindennapi melléknév

dagelijks◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

alledaags◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

daags◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

mindennapos melléknév

gewoon◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

gewoontjes◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

daags◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

mindenség főnév

kosmos◼◼◼m

(világ)mindenség főnév

heelal◼◼◼o

mindenszentek főnév

Allerheiligen◼◼◼o

mindent átjáró kifejezés

doordringendbijvoeglijk naamwoord

mindentudás főnév

alwetendheid◼◼◼v

mindentudó melléknév

alwetend◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

mindenütt főnév

overal◼◼◼m

mindenütt határozószó

alom◼◼◻bijwoord

12