Hungarian-Dutch dictionary »

les meaning in Dutch

HungarianDutch
diasztolés melléknév

diastolisch◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

díjköteles melléknév

betaald◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

dobfelszerelés főnév

drumstel◼◼◼o

lés

neigen◼◼◼werkwoord

lésszög

hark◼◼◼

égési sérülés főnév

verbranding◼◼◼v

egybekelés főnév

huwelijk◼◼◼o

egyesülés főnév

fusie◼◼◼v

eenheid◼◼◻v

unie◼◼◻v

hereniging◼◼◻v

samensmelting◼◼◻

amalgamatie◼◻◻

Egyesült Nemzetek Szervezete Közgyűlése

Algemene Vergadering van de Verenigde Naties◼◼◼

együttélés főnév

symbiose◼◼◼v

elbeszélés főnév

verhaal◼◼◼o

roman◼◻◻m

novelle◼◻◻v

elektromos energiatermelés költsége

de kosten van het opwekken van elektriciteit

éles melléknév

scherp◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

helder◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

schril◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

uitstekend◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

acuut◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

fel◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

kant◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

zuur◼◻◻

wakker◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

levendig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

schel◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

fijn◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

opmerkelijk◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

subtiel◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

gevat◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

merkwaardig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

opgewekt◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

bits◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

geestig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

bitsigbijvoeglijk naamwoord

gepuntbijvoeglijk naamwoord

2345