ha meaning in Dutch

Hungarian	Dutch
hajtű főnév	haarspeld [haarspelden]◼◼◼v
hajtűkanyar főnév	haarspeldbocht [haarspeldbochten]◼◼◼v
hajvágás főnév	haarknippen◼◼◼o
hal állatnév zoo	vis◼◼◼m
hal	vissen◼◼◼ het opgeven◼◻◻ snoeken◼◻◻ het laten afweten verscheiden
hal ige	omkomen◼◼◻werkwoord
hál ige	overnachten◼◼◼werkwoord
Hal	Vissen (dieren)
hála főnév	dankbaarheid◼◼◼v
hálaadás főnév	dankzegging◼◼◼v
Hálaadás	Thanksgiving Day◼◼◼
halacska	visje◼◼◼substantief
halad ige	gaan◼◼◼werkwoord passeren◼◼◻werkwoord vorderen◼◼◻werkwoord voor zijn◼◼◻ vooruitgaan◼◼◻werkwoord overgaan◼◼◻werkwoord opschieten◼◼◻werkwoord vorderingen maken◼◻◻ voorbijgaan◼◻◻werkwoord oprukken◼◻◻werkwoord voorlopenwerkwoord promotie maken
halad főnév	vordering [vorderingen]◼◼◻v
haladás főnév	vooruitgang◼◼◼m voortgang◼◼◻m loop◼◻◻m vordering [vorderingen]◼◻◻v vorderingen maken◼◻◻
haladás ige	vorderen◼◻◻werkwoord vooruitkomenwerkwoord
háladatosság főnév	dankbaarheid◼◼◼v
haladék főnév	uitstel◼◼◼o uitstel van betaling◼◼◼ respijt◼◼◻o

Your history