erez meaning in Dutch

Hungarian	Dutch
erez ige	aderen◼◼◼werkwoord marmeren◼◻◻
erezet ige	aderen◼◼◼werkwoord
erezet főnév	nerf◼◼◼v ader◼◼◻v
erezett melléknév	geaderd◼◼◼bijvoeglijk naamwoord aderigbijvoeglijk naamwoord
(árut) beszerez ige	inslaan [sloeg in; h./i. ingeslagen]werkwoord
<erezethez hasonló rajzolat pl. repedéseké v. kavicson>	dooraderd◼◼◼bijvoeglijk naamwoord
beszerez ige	schaffen◼◼◼werkwoord aanschaffen [schafte an; h. aangeschaft]◼◼◼werkwoord inwinnen [won in; h. ingewonnen]◼◻◻werkwoord
cserez ige	looien◼◼◼werkwoord
dicsőséget szerez ige	eren◼◼◼werkwoord
elárverez ige	veilen◼◼◼werkwoord
előnyt szerez magának kifejezés	bevoordelen, zichwerkwoord
fegyverez ige	bewapenen◼◼◼werkwoord
felfegyverez ige	bewapenen◼◼◼werkwoord
fűszerez ige	kruiden◼◼◼werkwoord
gerezd főnév	teen◼◼◼m
gerezna főnév	huidv velo
herezacskó főnév	scrotum◼◼◼o
lefegyverez ige	ontwapenen◼◼◼werkwoord
lefegyverezni ige	ontwapenen◼◼◼werkwoord
lefegyverezés főnév	ontwapening◼◼◼v
manőverez ige	laveren◼◼◼werkwoord
megbecsülést szerez ige	erenwerkwoord
megszerez ige	krijgen◼◼◼werkwoord verwerven◼◼◼werkwoord verkrijgen◼◼◼werkwoord kopen◼◼◻werkwoord behalen◼◼◻werkwoord bemachtigen◼◼◻werkwoord opdoen◼◼◻werkwoord overnemen◼◼◻werkwoord aanschaffen◼◻◻werkwoord aankopen◼◻◻werkwoord afnemen◼◻◻werkwoord werven◼◻◻werkwoord

12 >↑

erez meaning in Dutch

Your history

Online dictionaries

Might be interested