German-Dutch dictionary »

ratschlag meaning in Dutch

GermanDutch
der Ratschlag [des Ratschlag(e)s; die Ratschläge] Substantiv

adviesm

raadm

raadgevingm

beratschlagen [beratschlagte; hat beratschlagt] Verb

beraadslagenwerkwoord

confererenwerkwoord

ruggespraakhoudenwerkwoord