Probe [der probe; die proben] (probe) meaning in Dutch

Results: probe
I'd rather look for this: probe [der probe; die proben]

German	Dutch
die Probe [der Probe; die Proben] Substantiv	beproevingsubstantief monstersubstantief pogingsubstantief proefsubstantief proefstuksubstantief specimensubstantief staalsubstantief staaltjesubstantief testsubstantief toetssubstantief toetsingsubstantief
das Probestück [des Probestückes\|Probestücks; die Probestücke] Substantiv	monstero proefo proefstuko specimeno staalo staaltjeo
erproben [erprobte; hat erprobt] Verb	aanpassenv beproevenv bezoekenv opdeproefstellenv passenv proberenv toetsenv uitproberenv

German

Dutch

die Probe [der Probe; die Proben] Substantiv

beproevingsubstantief

monstersubstantief

pogingsubstantief

proefsubstantief

proefstuksubstantief

specimensubstantief

staalsubstantief

staaltjesubstantief

testsubstantief