German-Dutch dictionary »

oper meaning in Dutch

GermanDutch
die Oper [der Oper; die Opern] Substantiv

operasubstantief

die Operation [der Operation; die Operationen] Substantiv

bewerkingsubstantief

ingreepsubstantief

operatiesubstantief

operieren [operierte; hat operiert] Verb

opererenv