German-Dutch dictionary »

oder meaning in Dutch

GermanDutch
oder

ofvoegwoord

die Perlmutter [der Perlmutter; — oder das Perlmutter [der Perlmutters; —] Substantiv

paarlemoersubstantief

parelmoersubstantief

der Salbei [des Salbeis (österreichisch nur so); — oder die Salbei [der Salbei; —] Substantiv

saliem

salviam

der Lorbeer [der Echte Lorbeer, auch: Edler Lorbeer oder Gewürzlorbeer] Substantiv

laurierm

lauwerm

entweder ... oder

of...of

modern [moderte; hat gemodert] Verb

bijdetijdswerkwoord

modernwerkwoord

nieuwerwetswerkwoord

moderig Adjektiv

beschimmeldbijvoeglijk naamwoord

dufbijvoeglijk naamwoord

mufbijvoeglijk naamwoord

schimmeligbijvoeglijk naamwoord

die Post [der Post; (selten oder unüblich:) die Posten] Substantiv

postsubstantief

posterijensubstantief

vermodern [vermoderte; ist vermodert] Verb

bedervenv

rottenv

vergaanv

verrottenv