German-Dutch dictionary »

keiner meaning in Dutch

GermanDutch
keiner Adjektiv

geenbijvoeglijk naamwoord

geenenkelbijvoeglijk naamwoord

geenenkelebijvoeglijk naamwoord

niemandbijvoeglijk naamwoord

keinerlei

geenenkel

geenenkele

generlei

auf keiner Weise

geenszinsbijwoord

ingeengeval

opgeenenkelewijze

in keiner Weise

geenszinsbijwoord

ingeengeval

opgeenenkelewijze