German-Dutch dictionary »

herstellen [stellte her; hat hergestellt] meaning in Dutch

Results: herstellen
I'd rather look for this: herstellen [stellte her; hat hergestellt]
GermanDutch
herstellen [stellte her; hat hergestellt] Verb

aanmakenv

bedrijvenv

doenv

fabricerenv

makenv

neerzettenv

oprichtenv

opslaanv

uitbrengenv

uitrichtenv

uitvoerenv

vervaardigenv

vestigenv

wiederherstellen [stellte wieder her; hat wiederhergestellt] Verb

betermakenv

genezenv

helenv

herstellenv