German-Dutch dictionary »

gelten meaning in Dutch

GermanDutch
gelten [galt; hat gegolten für +AKK] Verb

geldenv

geldigzijnv

lonenv

opgaanv

validerenv

vigerenv

waardzijnv

vergelten [vergalt; hat vergolten] Verb

belonenv

hergevenv

lonenv

reproducerenv

restituerenv

terugbetalenv

terugdoenv

teruggevenv

terugstortenv

vergeldenv

wedervergeldenv

weergevenv