German-Dutch dictionary »

ersticken meaning in Dutch

GermanDutch
ersticken [erstickte; hat/ist erstickt] Verb

neerslaanv

onderdrukkenv

smorenv

stikkenv

verkroppenv

verstikkenv

erstickend Adjektiv

benauwdbijvoeglijk naamwoord

broeierigbijvoeglijk naamwoord

drukkendbijvoeglijk naamwoord

verstikkendbijvoeglijk naamwoord

zwoelbijvoeglijk naamwoord