German-Dutch dictionary »

ersetzen [ersetzte; hat ersetzt] meaning in Dutch

Results: ersetzen
I'd rather look for this: ersetzen [ersetzte; hat ersetzt]
GermanDutch
ersetzen [ersetzte; hat ersetzt] Verb

aflossenv

compenserenv

deplaatsinnemenvanv

goedmakenv

inspringenv

vergoedenv

vervangenv

in Bestürzung versetzen

onthutsenwerkwoord

ontstellenwerkwoord

ontzettenwerkwoord

verbijsteren

verbluffenwerkwoord

übersetzen [übersetzte; hat/ist übersetzt] (in +AKK) Verb

overvarenv

overzettenv

translaterenv

vertalenv